Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-06-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0969

Zaaknummer

5542

Inhoudsindicatie

Niet-ontvankelijk in appel. Verzet tegen beslissing voorzitter van de raad ongegrond.

Uitspraak

 

         

14 juni 2010

No. 5542

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klaagster,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 10 juli 2009, onder nummer 65/08, aan partijen toegezonden op 14 juli 2009, waarbij het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 19 december 2009 ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1  De memorie waarbij klaagster van deze beslissing van de raad in hoger beroep is gekomen is, op 27 juli 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Bij beslissing van 30 juli 2009 heeft de plv. voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 30 juli 2009.

2.3 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 4 augustus 2009. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 april 2010, waar klaagster is verschenen.

2.4  Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3.        Beoordeling van het beroep

3.1 Naar aanleiding van het verzet, dat strekt tot gegrondbevinding ervan, overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 Advocatenwet bepaalt, zoals de plv. voorzitter van het hof in haar beslissing heeft overwogen, dat tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard, geen rechtsmiddel openstaat.

3.2 Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De plv. voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

4. De beslissing

Het Hof van Discipline, op vorenstaande gronden beslissende:

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van  30 juli 2009 ongegrond.

       

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. P.J. Baauw, H. van Loo, G.J. Visser en W.K. van Duren, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2010.