Rechtspraak
Uitspraakdatum
09-04-2010
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0563
Zaaknummer
5567
Inhoudsindicatie
Klager verwijt advocaat wederpartij in een processtuk onwaarheden te vertellen. Ongegrond.
Uitspraak
9 april 2010
No. 5567
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
klager,
tegen:
verweerster.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 12 juli 2009, onder nummer 13/08, aan partijen toegezonden op 15 juli 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 10 augustus 2009 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- fax van verweerster van 19 oktober 2009.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 5 februari 2010, waar klager en verweerster zijn verschenen.
3. De klacht
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in:
Verweerster vertelt in de conclusie van antwoord onwaarheden, doet valse beschuldigingen en maakt zich schuldig aan smaad en laster.
De deken beschrijft één van de door klager aangevoerde onwaarheden en wel die met betrekking tot het feit dat verweerster heeft geschreven dat hij een politieagent zou hebben bedreigd.
4. De feiten
De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5. De beoordeling
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
6. De beslissing
Het hof:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden van 12 juli 2009.
Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. P.J. Baauw, H. van Loo, J.C. van Oven en B.J.Th. Bouma, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2010.