Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-07-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0933
Zaaknummer
M 6-2010
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Opmerking in raadkamer : “Beklaagde……is een kankergezwel binnen het politiekorps dat maar blijft woekeren,” is nodeloos grievend.
Inhoudsindicatie
klacht gegrond; enkele waarschuwing
Inhoudsindicatie
Uitspraak
M 6 - 2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van
klager
tegen
verweerder
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 14 januari 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 7 december 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
1.2 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 14 juni 2010.
Klager noch verweerder zijn verschenen. Klager heeft de raad bij brief dd. 19 mei 2010 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn. Verweerder heeft de raad bij brief dd. 2 juni 2010 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.
2. De feiten
2.1 Het volgende is komen vast te staan:
Verweerder heeft tijdens de behandeling van een beklag ex artikel 12 Wetboek van Strafvordering tegen het niet vervolgen van klager tijdens het onderzoek in raadkamer dd. 13 oktober 2009 onder meer het volgende naar voren gebracht:
“Beklaagde…is een kankergezwel binnen het politiekorps dat maar blijft woekeren.”
3. De klacht
De klacht luidt als volgt:
Verweerder heeft zich tijdens een raadkamerzitting van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch op 13 oktober 2009 grievend uitgelaten over klager, brigadier van politie.
4. Het verweer
De cliënt van verweerder verweet klager discriminatie en het plegen van meineed. Gelet op de omstandigheid dat het gedrag van klager meerdere malen was voorgevallen heeft de cliënt van verweerder hem verzocht de kwalificatie te gebruiken zoals door verweerder is gebruikt en zoals aangegeven in het proces-verbaal. Het betrof een raadkamerzitting welke besloten was, zodat derden geen kennis konden dragen van wat daar is gezegd. Dit samen met de omstandigheid dat het een advocaat in vergaande mate vrij staat om ter verdediging van de belangen van zijn cliënt zich te uiten op een wijze zoals zijn cliënt wenst, brengt met zich mee dat verweerder niet in strijd met enige gedragsregel heeft gehandeld.
5. Beoordeling van de klacht
5.1 De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling
van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Het tuchtrecht dient in beginsel niet ter beknotting van die vrijheid. Deze vrijheid is echter niet absoluut, doch vindt haar beperking onder meer hierin dat een advocaat zich niet, hetzij mondeling hetzij schriftelijk, onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij van zijn cliënt. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.
5.2. Een advocaat dient zich in woord en in geschrift te onthouden van nodeloos grievende uitlatingen ten opzichte van de wederpartij; dat de aangehaalde passage grievend is spreekt voor zich en dat zij dat nodeloos is staat ook vast, want de hevige kritiek die ermee gegeven wil worden kan heel goed in andere bewoordingen geuit worden, zelfs zonder iets aan kracht te verliezen. Dat zijn cliënt hem gevraagd heeft de gewraakte uitlating te doen kan verweerder niet als excuus aanvoeren: hij heeft een eigen verantwoordelijkheid.
De raad zal de klacht daarom gegrond verklaren.
6. Beslissing
De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing.
Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen , voorzitter en mrs. I.E.M. Sutorius, Chr.M.J. Peeters, M.B.Ph. Geeraedts en L.R.G.M. Spronken , leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2010.
Griffier voorzitter
Verzonden op: 20 juli 2010.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
Per post.Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
Bezorging.De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
Per fax.Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.