Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-05-2010
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0612
Zaaknummer
5624
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft zich niet onnodig grievend over klager geuit. klacht ongegrond.
Uitspraak
10 mei 2010
No. 5624
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
klager,
tegen:
verweerder.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) 19 oktober 2009 onder nummer 09-132 A, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 11 november 2009 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- een brief van klager aan het hof van 14 februari 2010;
- een brief van verweerder aan het hof van 15 februari 2010.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 8 maart 2010, waar klager en verweerder zijn verschenen.
3. De klacht
De klacht houdt samengevat en zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld door:
i feitelijke onjuistheden te verkondigen;
ii zich door middel van de onder (i) genoemde feitelijke onjuistheden, onnodig grievend over klager uit te laten;
iii bij de invordering van de alimentatie onredelijke termijnen te hanteren;
iv zowel voor zijn dochter als zijn ex-echtgenote op te treden en daarmee conflicterende belangen te behartigen.
4. De feiten
In overweging 3 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5. De beoordeling
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
6. De beslissing
Het hof:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 19 oktober 2009 gegeven onder nummer 09-132 A.
Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, J.C. van Oven, G.J.S. Bouwens en G.J.L.F. Schakenraad, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2010.