Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-02-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0427

Zaaknummer

09-123A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Verzoek tot herziening van onherroepelijke beslissing door klager niet ontvankelijk.

Uitspraak

 

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

zaak 09-123A

datum beslissing 25 februari 2010

Beslissing van de voorzitter van de raad van discipline naar aanleiding van de op 15 januari en 15 februari 2010 bij de raad binnengekomen brieven van:

De heer

verzoeker,

De voorzitter heeft kennisgenomen van de brieven van verzoeker van 15 januari en 15 februari 2010, van de brief van de griffier aan verzoeker van 22 januari 2010 en van de beslissing van de raad van discipline van 11 januari 2010 in de zaak 09-123A en van de daarin genoemde stukken.

Op grond van die stukken wordt van het volgende uitgegaan.

Verzoeker heeft een klacht ingediend tegen zijn voormalig advocaat. Deze klacht is na onderzoek van de deken bij brief van 12 mei 2009 bij de raad ingediend en draagt het nummer 09-123A. Bij beslissing van 8 juni 2009 heeft de voorzitter van de raad de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Verzoeker heeft verzet ingesteld. De raad heeft na behandeling van het verzet ter zitting bij beslissing van 11 januari 2010 het verzet ongegrond verklaard.

Bij brief van 15 januari 2010 vraagt verzoeker de raad om herziening van de beslissing van 11 januari 2010. De griffier van de raad heeft bij brief van 22 januari 2010 hierop gereageerd, waarna verzoeker zijn verzoek om herziening heeft herhaald bij brief van 15 februari 2010.

De voorzitter overweegt dat verzoeker (klager in de zaak 09-123A) niet kan worden ontvangen in zijn verzoek, zulks in navolging van de beslissing van het hof van discipline van 15 oktober 2007, nummer 4727, advocatenblad 06-03-2009.

In die beslissing overweegt het hof dat de Advocatenwet niet voorziet in de mogelijkheid tot herziening van een beslissing van de tuchtrechter. Dit kan anders zijn in het uitzonderlijke geval dat sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen. Aangezien het heropenen van zaken waarin een onherroepelijke beslissing is genomen in strijd is met de rechtszekerheid dient deze uitzondering beperkt te blijven tot die gevallen waarin de advocaat aan wie een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd een beroep doet op schending van fundamentele rechtsbeginselen, zodat klagers in zo’n verzoek niet kunnen worden ontvangen.

Nu verzoeker in de betreffende klachtzaak (09-123A) klager was kan hij derhalve niet worden ontvangen in zijn verzoek tot herziening.

Gelet op het voorgaande is de mededeling van de griffier in de brief van 22 januari 2010 aan verzoeker niet volledig geweest, maar dit doet aan het voorgaande niet af.

BESLISSING

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot herziening van de zaak 09-123A. 

Aldus gewezen door mr. D.J. Markx, voorzitter, met bijstand van mr L.H. Rammeloo als griffier op 25 februari 2010.

 

Voorzitter                                                                         griffier

Deze beslissing is verzonden op 1 maart 2010