Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-04-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0615

Zaaknummer

X 162-2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, geldt het advocatentuchtrecht alleen dan voor hem, indien die advocaat zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt (i.e misdraagt) dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond

Uitspraak

 

 X 162 - 2009

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

het verzet tegen de beslissing van de voorzitter

 

betreffende de klacht van  

 

 klager

 

tegen

 

verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 15 september 2009, door de raad ontvangen op 17 september 2009, heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd. 4 september 2009, verzonden dd. 7 september 2009.

 

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

- brief dd. 18 november 2009 van verweerder;

- brief dd. 10 januari 2010 van klager.

 

1.3       Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 25 januari 2010.

Verweerder had de raad bij brief dd.18 november 2009 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn..

 

2. De feiten

 

2.1       De raad gaat uit van de feiten zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.  

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht houdt in:

Verweerder heeft zich in zijn hoedanigheid van lid van de raad van discipline in het ressort Amsterdam bediend van laster, althans smaad, althans belediging en verdraaiing van werkelijke feiten.

 

4. Beslissing van de voorzitter

 

4.1       De voorzitter van de raad van discipline heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

 

5. Het verzet

 

5.1       Het verzet van klager houdt in:

In de uitspraak van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam is door verweerder als lid van genoemde raad het drievoudig onrechtmatig handelen van advocate X geheel gepasseerd alsmede vervangen door een evident fictief feitencomplex.

 

6. Beoordeling van het verzet

Klager kan zich klaarblijkelijk niet verenigen met een beslissing van de raad van discipline in het ressort Amsterdam, waarvan verweerder deel uitmaakte. Voorzover een klager het niet eens is met een beslissing van een tuchtrechter dient hij tegen die beslissing, voor zover de advocatenwet daartoe de mogelijkheid biedt, een rechtsmiddel aan te wenden. Het tuchtrecht voor advocaten is, zoals de voorzitter terecht heeft overwogen, alleen dan van toepassing op een advocaat in zijn hoedanigheid van tuchtrechter, indien die advocaat zich bij de vervulling van die hoedanigheid zodanig heeft gedragen dan wel misdragen, dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd.

Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

De raad verenigt zich met de beslissing van de voorzitter, evenals met de gronden waarop deze is gegeven. Het verzet zal al ongegrond worden afgewezen.

 

 

7. Beslissing

 

De raad wijst het verzet als ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. I.E.M. Sutorius, A.L.W.G. Houtakkers J.D.E. van den Heuvel en R.F.L.M. van Dooren, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2010,

 

 

 

Griffier                                                            voorzitter

 

 

Verzonden op: 16 maart 2010.

 

 

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.