Rechtspraak
Uitspraakdatum
01-03-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0503
Zaaknummer
R. 3276/09.108
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Klager verschijnt als gevolg van een onjuiste verwijzing naar de zittingzaal door de bode, niet ter zitting. Zaak wordt buiten zijn aanwezigheid in bijzijn verweerder behandeld. Na uitroeping van de volgende zaak blijkt klager alsnog op de gang aanwezig. Raad heropent de behandeling ter zitting en bepaalt daarvoor een nieuwe datum
Uitspraak
PROCEDUREVERLOOP
1.1 Bij brief van 15 maart 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.
Het dossier is door de Raad ontvangen op 28 juli 2009.
1.2 Bij beslissing van 10 augustus 2009 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is aan partijen verzonden op 10 augustus 2009.
1.3 Bij brief van 7 september 2009, ontvangen ter griffie op 9 september 2009 heeft klager verzet aangetekend tegen voormelde beslissing.
1.4 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
1.5 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 25 januari 2010. Ter zitting is enkel verweerder verschenen.
DE KLACHT EN HET VERZET
De klacht
2.1 Klager verwijt verweerder dat hij in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van E. C.V. en T. B.V.:
a. de naam met voorletters van klager heeft genoemd en ook nog in een onjuiste context heeft genoemd in de faillissementsverslagen van E. C.V. en T. B.V;
b. deze faillissementsverslagen heeft geplaatst op de website van zijn advocatenkantoor. Door het plaatsen van de faillissementsverslagen op de website van het kantoor van verweerder is de privacy van klager geschonden, omdat deze verslagen door iedereen via het internet opvraagbaar zijn en de naam van klager aan de publieke schandpaal wordt genageld.
De gronden van het verzet
2.2 Klager heeft geen gronden voor het verzet aangevoerd.
VERWEER
3.1 Verweerder heeft tegen beide klachtonderdelen afzonderlijk gemotiveerd verweer gevoerd.
BEOORDELING VAN HET VERZET
4.1 Nadat de Raad de behandeling ter zitting had gesloten, is bij het uitroepen van een latere zaak gebleken dat klager wel tijdig vóór de zitting in het gerechtsgebouw aanwezig was maar door de portier/bode abusievelijk niet naar de juiste zittingzaal is verwezen. Als gevolg daarvan was hij bij het uitroepen van deze zaak niet bij de juiste zittingzaal aanwezig. De Raad is van oordeel dat onder deze omstandigheden het niet-tijdig verschijnen van klager niet voor zijn rekening en risico behoort te komen.
4.2 Op het moment dat de Raad tot de hiervoor geschetste ontdekking kwam was mr. H. helaas niet meer in het gerechtsbouw althans bij de zittingzaal aanwezig. Klager heeft zijn verzet derhalve niet kunnen toelichten.
4.3 Nu is gebleken dat de behandeling van het verzet als gevolg van niet aan een van partijen toe te rekenen omstandigheden niet volledig is geweest, zal de Raad de behandeling op de hierna genoemde datum (voorzover nodig heropenen en) voortzetten.
BESLISSING
De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
- heropent de behandeling van het verzet ter zitting (voor zover vereist);
- bepaalt dat de voortzetting van de behandeling van het verzet zal plaatsvinden op 17 mei 2010 te 15.50 uur;
- roept klager en verweerder op bij die voortzetting van de behandeling aanwezig te zijn.
Aldus gewezen door mr. G.J.W. van Oven, voorzitter, mr. W.J. Hengeveld, mr. H.E. Meerman, mr. P.O.M. van Boven - de Groot, mr. E.J. van der Wilk, leden, en mw. mr. M.M.C. van der Sanden, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 maart 2010.
griffier voorzitter