Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-09-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1074
Zaaknummer
B 232-2009
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Klacht ten onrechte als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen.
Inhoudsindicatie
Langdurige tijdsverloop van de behandeling van de klachtzaak is aan klager zelf te wijten.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Verzet gegrond; klacht ongegrond
Uitspraak
B232-2009 Verzet
Raad van Discipline
in het ressort ’s-Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van:
de heer X
klager,
tegen
de heer mr. Y
voorheen advocaat te Z
p/a de heer mr. A
verweerder,
−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−
1. Verloop van de verzetprocedure.
1.1. Verwezen wordt naar de tussenbeslissing van de raad van 12 april 2010 en alle daarin genoemde stukken.
.
1.2. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld opnieuw te worden gehoord ter openbare zitting van de raad van 5 juli 2010, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 21 mei 2010. Daarbij werd hen medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 21 juni 2010.
1.3. Bij de mondelinge behandeling is alleen klager verschenen.
2. De feiten
2.1. Klager heeft in augustus 2002 bij verweerder, in diens hoedanigheid van deken, schriftelijk klachten betreffende twee advocaten ingediend. Verweerder heeft bij brief d.d. 28 oktober 2003 aan verweerder verzocht de zaken voor te leggen aan de raad van discipline.
2.2. Verweerder maakte vervolgens bij brief d.d. 17 november 2003 zijn standpunt naar aanleiding van de door klager ingediende klachten kenbaar, waarop klager weer reageerde bij brief d.d. 9 december 2003.
2.3 Bij brief van 29 januari 2004 heeft verweerder aan klager meegedeeld hem behulpzaam te willen zijn bij het formuleren van de klachten en hem daartoe uitgenodigd voor een bespreking op 24 februari 2004. Klager heeft vervolgens om een time-out verzocht.
3. De klacht
3.1. De klacht houdt het volgende in:
Verweerder heeft de door klager in 2002 aan hem voorgelegde klachten onjuist behandeld. Verweerder heeft nagelaten, ondanks een daartoe strekkend verzoek van klager, om de klachtzaken door te leiden naar de Raad van Discipline.
4. Beslissing van de voorzitter
4.1. De voorzitter heeft de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen omdat de klacht is ingediend op 26 maart 2009 en de klacht ziet op gedragingen van verweerder in 2003, zodat een periode van zes jaar is verstreken .
5. Het verzet
5.1. Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter.
6. Beoordeling van het verzet
6.1. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht ten onrechte als kennelijk niet-ontvankelijk enkel op grond van tijdsverloop afgewezen. Het verzet is dan ook gegrond.
6.2. De onderhavige klacht is door klager bij de deken ingediend op 23 oktober 2009, zijnde ruim vijf jaar na de brief van verweerder van 29 januari 2004. De raad overweegt dat het onbevredigend is dat – mede door het tijdsverloop- de overige stukken betreffende deze klachtzaak niet meer vindbaar zijn in het archief van de deken. Dat wil echter nog niet zeggen dat de klacht enkel om die reden gegrond zou moeten worden verklaard. Ter zitting heeft klager verklaard dat hij de deken zelf heeft gevraagd om een time-out en om de behandeling van de zaak op te schorten, waarna hij niets meer van zich heeft laten horen. Het had op de weg van klager gelegen om aan te geven dat de time-out voorbij was en dat de stukken alsnog aan de raad van discipline moesten worden doorgezonden. Aan verweerder valt in dit opzicht geen verwijt te maken. .
6.3. De raad is gelet op het bovenstaande van oordeel dat het verzet gegrond is, maar dat de klacht als ongegrond moet worden afgewezen.
7. Beslissing
De raad verklaart het verzet gegrond en de klacht ongegrond.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. drs. P.A.M. van Hoef, L.W.M. Caudri, Chr.M.J. Peeters, L.J.G. de Haas, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d.6 september 2010
mr. Th.H.G. van de Langenberg, mr. W.E.A.Gimbrère-Straetmans,
griffier. voorzitter.
Verzonden op: 7 september 2010.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.