Rechtspraak
Uitspraakdatum
29-03-2010
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0554
Zaaknummer
5629
Inhoudsindicatie
Klaagster niet-ontvankelijk in hoger beroep nu de klacht geheel gegrond is verklaard.
Uitspraak
29 maart 2010
No. 5629
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
klaagster,
tegen:
verweerder.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 2 november 2009, nummer R.3215/09.47, aan partijen toegezonden op 3 november 2009, waarbij het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 24 maart 2009 gegrond is verklaard, de klacht gegrond is verklaard en aan verweerder een enkele waarschuwing is opgelegd.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing van de raad in hoger beroep is gekomen, is op 24 november 2009 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Bij beslissing van 1 december 2009 heeft de voorzitter van het hof klaagster kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in haar hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 1 december 2009.
2.3 De verzetschriftuur van klaagster, waarin de ontvankelijkheidsvraag niet aan de orde komt, is door de griffie van het hof ontvangen op 9 december 2009. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 1 februari 2010, waar klaagster en verweerder, vergezeld van mr. X., zijn verschenen.
2.4 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3. De beoordeling
3.1 Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Volgens het bepaalde in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet kan de klaagster, die de klacht heeft ingediend die tot de beslissing van de raad heeft geleid, van die beslissing hoger beroep instellen indien haar klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. Nu klaagsters klacht door de raad gegrond is verklaard - en dus niet geheel of ten dele ongegrond - kan zij, klaagster, niet van die beslissing in hoger beroep komen.
3.2 De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klaagster niet kan worden ontvangen in het door haar ingestelde beroep. Het verzet van klaagster dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
4. De beslissing
Het hof:
verklaart het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 1 december 2009 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. A. Beker, P.M.A. de Groot-van Dijken, J.C. van Oven en G.J. Niezink, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2010.