Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-01-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA0706

Zaaknummer

72/08

Inhoudsindicatie

Verzet niet ontvankelijk in verband met overschrijding van de termijn. Volgens vaste jurisprudentie komt een advocaat een grote mate van vrijheid toe in de wijze waarop hij de belangen van zijn cliënt behartigd. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de wederpartij worden beknot, tenzij de advocaat daarbij de belangen van de wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze schaadt. Indien de advocaat van de wederpartij verwijten worden gemaakt over de wijze waarop die de zaak behandeld is het aan zijn cliënt daarover te klagen. Bovendien had klaagster zichzelf eveneens van rechtskundige bijstand voorzien zodat bij eventuele onjuiste feiten, het op de weg van haar advocaat had gelegen daarover zich ter zitting te beklagen. Uit de stukken is zulks niet gebleken.

Uitspraak

BESLISSING van de raad van discipline in de zaak met nummer 72/08

Naar aanleiding van het verzet van

 

 

mevrouw [  ]

klaagster

 

tegen

 

mr. [  ]

verweerder

 

 

Het procesverloop

De raad verwijst voor de weergave van het procesverloop naar de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline in het ressort Leeuwarden van 16  januari 2009, zaaknummer 72/08, waarbij de klacht van klaagster kennelijk ongegrond verklaard is.

 

Deze beslissing is verzonden op 17 juni 2009.

Klaagster heeft tegen voormelde beslissing per brief van 6 juli 2009, binnengekomen bij de raad op 7 juli 2009, verzet ingesteld.

Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 november 2009.

Klaagster en verweerder zijn ter zitting verschenen.

 

De beoordeling

Het staat vast dat de door de voorzitter gegeven beslissing van 16 januari 2009 niet onverwijld aan klaagster is toegezonden, namelijk pas op 17 juni 2009.

Alhoewel deze gang van zaken uiterst ongewenst is, heeft de dit geen gevolgen voor de validiteit van de beslissing.

Bovendien is niet komen vast te staan dat klaagster door de te late toezending in haar belangen is geschaad. De verzettermijn van 14 dagen gaat immers pas in op het moment van de verzending van de beslissing.

Nadat de beslissing op 17 juni 2009 aangetekend aan klaagster was gestuurd had zij 14 dagen de gelegenheid om verzet aan te tekenen tegen de beslissing. Zij is daarop ook  gewezen in de begeleidende, aangetekende, brief. Die termijn eindigde op 1 juli 2009.

Het verzetschrift van klaagster is echter pas op 7 juli 2009 bij de raad binnen gekomen.

Er is niet gebleken van feiten of omstandigheden die kunnen leiden tot het oordeel dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.  

Nu klaagster niet tijdig in verzet is gekomen, is zij niet ontvankelijk in haar verzet.

 

De beslissing

De raad verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 16 januari 2009.

Aldus gewezen door mrs M.M.A. Wind, voorzitter, M.E. Derix, A.J.H. Geense, H.J. Meijer en J.V. van Ophem, leden met bijstand van mr. J.M.G. Kuin – van den Akker als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2010 door mr. P. Schulting, voorzitter, in het bijzijn van de griffier.

 

 

 

Voorzitter      Griffier

 

Ingevolge artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.