Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-06-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1004

Zaaknummer

10-62

Inhoudsindicatie

Betekening van een uitspraak aan de wederpartij, ondanks verzoek van deze om een termijn voor beraad voor vrijwillige nakoming, niet klachtwaardig. Betekening is een handeling waarbij de executie wordt aangezegd.

Uitspraak

 

10-62

BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

klager

tegen:

verweerster

1. Bij brief van 30 oktober 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. De klacht is door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem, mr. R.J.A. Dil, onderzocht. Na afronding van het onderzoek is de klacht bij brief van 6 mei 2010 ter kennis gebracht van de Raad van Discipline. De stukken zijn binnengekomen bij de Raad op 10 mei 2010.

2. De klacht luidt als volgt. Verweerster heeft zich niet gedragen zoals een goed advocaat betaamt, door een jegens klager veroordelend vonnis van de sector kanton te laten betekenen en klager geen redelijke termijn te gunnen voor nakoming van zijn verplichting.

3. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft aangevoerd dat zij heeft gehandeld zoals het belang van haar cliënte dat bepaaldelijk vorderde. De proceshouding van klager gaven geen aanleiding erop te vertrouwen dat vrijwillige betaling zou volgen. Derhalve is verweerster overgegaan tot betekening van het vonnis.

4. De klacht heeft de volgende achtergrond. Verweerster stond een voormalig werkneemster van klager bij in het kader van een vordering tot doorbetaling van loon. Haar cliënte volgde een horecaopleiding en de werkzaamheden zijn verricht in het kader van een stage.

In november 2008 heeft de cliënte van verweerster zich ziek gemeld bij klager. Omdat klager deze ziekmelding in twijfel trok, heeft hij de loonbetalingen opgeschort. De doorbetaling van loon is in een procedure gevorderd. In deze procedure heeft klager het verweer opgeworpen dat, nu de cliënte van klaagster op moment van het aanhangig maken van de vordering nog minderjarig was, zij handelingsonbekwaam was en de vordering derhalve niet zonder meer aanhangig had mogen maken. Verweerster heeft dit verweer als een poging opgevat de zaak te traineren. Tijdens de comparitie heeft de kantonrechter zijn voorlopig oordeel gegeven. In afwijking van dit voorlopig oordeel heeft de kantonrechter in zijn vonnis waarbij de vordering is toegewezen, de wettelijke verhoging niet gematigd. Dit was de aanleiding voor klager om een herstelbeschikking te vragen. Verweerster is niet door klager in kennis gesteld van dit verzoek. Verweerster vernam dit van de griffie.

Klager heeft vervolgens verzocht om hem een redelijke termijn te gunnen voor de nakoming van de veroordeling. De door klager voorgestelde termijn bedroeg 18 dagen. Niettegenstaande dit verzoek is verweerster tot betekening van het vonnis overgegaan. Klager is in beroep gekomen van het vonnis.

4. De voorzitter is van oordeel dat de klacht bij voorzittersbeslissing kan worden afgedaan en beoordeelt de klacht als volgt.

Vooropgesteld wordt dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt zodanig te behartigen als hem geraden voorkomt. Weliswaar is deze vrijheid niet onbeperkt. Het staat de advocaat niet vrij de belangen van een wederpartij onnodig te schaden of zich onnodig grievend over hem uit te laten.

Naar het oordeel van de voorzitter stond het verweerster vrij om namens haar cliënte over te gaan tot betekening van het vonnis, niettegenstaande het verzoek van klager om hem een termijn voor beraad en vrijwillige nakoming te gunnen. Verweerster is hiertoe overgegaan omdat bij haar de indruk bestond dat klager de kwestie zoveel mogelijk wilde traineren, welke indruk verweerster heeft afgeleid uit de proceshouding van klager tot op dat moment.

Een vonnis dient te worden betekend alvorens tot executie kan worden overgegaan. Dat houdt echter niet in dat die betekening geldt als een maatregel van executie. Mede gelet op artikel 430 lid 3 Rechtsvordering gaat immers de betekening aan de tenuitvoerlegging vooraf en maakt daarvan geen deel uit. De betekening kan worden beschouwd als een mededeling van een vonnis, die tevens een sommatie kan inhouden om tot betaling over te gaan en aanzegging van nog te nemen executiemaatregelen. In zoverre is gedragsregel 19, waarop klager zich heeft beroepen, dan ook niet van toepassing. Ook overigens zijn de belangen van klager door de betekening niet nodeloos geschaad.

Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing: de klacht is kennelijk ongegrond.

Voorzitter

Deze beslissing is gegeven op 1 juni 2010 door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter van de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het Gerechtshof te Arnhem en in afschrift verzonden op 3 juni 2010.