Rechtspraak
Uitspraakdatum
17-05-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1062
Zaaknummer
R. 3351/09.183
Inhoudsindicatie
Verzet
Inhoudsindicatie
Klacht over het ontijdig uitbrengen van een cassatieadvies en onjuistheid van het advies.
Inhoudsindicatie
Het verzet is ongegrond verklaard.
Uitspraak
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 B ij brief van 25 augustus 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het dossier is bij de Raad binnengekomen op 13 november 2009.
1.2 Bij beslissing van 27 november 2009 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is aan partijen verzonden op 8 december 2009.
1.3 B ij brief van 21 december 2009 heeft klager verzet aangetekend tegen deze beslissing.
1.4 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet op het kantoor van de griffier ter inzage van partijen hebben gelegen.
1.5 Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 15 maart 2010, waarbij klager en verweerster zijn verschenen.
2. FEITEN
2.1 Bij brief van 16 juli 2009, door verweerster ontvangen op 17 juli 2009, heeft de advocaat van klager aan verweerster gevraagd cassatieadvies uit te brengen.
2.2 De termijn waarbinnen beroep in cassatie moest worden ingesteld, zou op 28 juli 2009 verstrijken.
2.3 Verweerster heeft klager op 17 juli 2009 een brief doen toekomen alsmede het formulier voor een toevoegingsaanvraag met het verzoek het formulier na verdere invulling zo spoedig mogelijk terug te sturen en de minimale eigen bijdrage van € 98,= en minimale eigen bijdrage griffierecht van € 110,= onmiddellijk over te maken aan het kantoor van verweerster. Verweerster heeft bovendien geschreven:
“ (…)Gelet op de korte termijn die resteert, kan ik u niet beloven dat u zodanig tijdig mijn cassatieadvies ontvangen heeft, dat u nog terecht kunt bij een andere advocaat.
(…)”
2.4 Verweerster heeft klager op 23 juli 2009 een rappel gestuurd en daarin onder meer geschreven:
“(…) Aangezien ik nog niets van u heb gehoord, dwz dat ik de toevoegingsaanvraag niet heb terugontvangen en evenmin de eigen bijdrage, kan ik er niet voor instaan dat ik tijdig het cassatieadvies gereed kan maken en evenmin dat de dagvaarding, als het cassatieadvies positief luidt, tijdig wordt uitgebracht.
Ik wil dit nog wel proberen. Benodigd is dat ik vandaag het ingevulde formulier van u terugkrijg en de eigen bijdrage toevoeging euro 98+eigen bijdrage griffierecht euro 110 ontvangen heb.
(..)”
2.5 Klager heeft op 24 juli 2009 gereageerd op het verzoek van verweerster.
2.6 Verweerster heeft de advocaat van klager op 27 juli 2009 een negatief cassatieadvies gestuurd.
3. DE KLACHT EN HET VERZET
3.1 Klager verwijt verweerster, dat zij een onjuist cassatieadvies heeft gestuurd. Door het tijdstip waarop het advies werd verstrekt, was klager bovendien niet meer in staat een second opinion te vragen.
4. BEOORDELING VAN HET VERZET
4.1In het verzet is niet gebleken van relevante feiten of omstandigheden die de plaatsvervangend voorzitter ten tijde van het geven van de bestreden beslissing niet bekend waren.
4.2 De Raad onderschrijft de beoordeling van de klachtonderdelen door de plaatsvervangend voorzitter en maakt die tot de zijne.
Hetgeen klager in het verzet heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
4.3 Het verzet is derhalve ongegrond.
5. BESLISSING
5.1 De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mr. J.C. van den Dries, mr. J.A. van Keulen, mr. H.E. Meerman, mr. J.H.M. Nijhuis, leden, en mr. A.H. van Haga, plv. griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 17 mei 2010.
griffier voorzitter