Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-07-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0869
Zaaknummer
10-103U
Inhoudsindicatie
Advocaat stuurt sms naar wederpartij die als bedreigend kan worden opgevat, klacht gegrond
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 19 juli 2010
in de zaak 10-103 U
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:
de heer
k l a g e r
tegen
de heer mr.
v e r w e e r d e r
1. Verloop van de procedure
1.1. Bij brief van 23 maart 2010, door de raad ontvangen op 25 maart 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2. De klacht is behandeld ter zitting van de raad op 19 mei 2010. Aanwezig waren klager en verweerder. Van deze zitting is proces-verbaal opgemaakt.
1.3. De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken die vermeld zijn in de bij de brief gevoegde inventarislijst en een mail van verweerder van 27 april 2010.
2 De klacht
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder een tweetal sms berichten heeft gestuurd naar klager, waardoor klager zich bedreigd heeft gevoeld. Daarmee heeft verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet gehandeld.
3. Feiten
3.1 Verweerder behartigt belangen van beleggers in vastgoedconstructies. Daarbij trad verweerder op tegen de rechtspersoon waarbij klager werkzaam was.
3.2 Verweerder stuurde op 10 augustus 2009 een tweetal sms berichten naar klager. Bericht 1 bevatte de volgende tekst: “Door wie word ik achtervolgd? Ik wil dat dat meteen stopt! Anders doe ik aangifte!” Bericht 2 had de volgende tekst: “ Ha, ha grapjas. Nee bij mij werd er ‘s nachts aangebeld door een kale man met een litteken op zijn gezicht. Kon hem niet goed verstaan, maar heb hem naar jou verwezen.”
3.3. Bij brief van 29 oktober 2009 diende klager een klacht in bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht.
4. Beoordeling van de klacht
4.1. Bij de beoordeling van de klacht stelt de raad voorop dat de advocaat zich dient te onthouden van ongeoorloofde middelen zoals het uiten van dreigementen.
4.2. De raad is van oordeel dat het eerste bericht, dat geen dreigement bevat, niet als ongeoorloofd kan worden beschouwd en verweerder zich daarmee niet klachtwaardig heeft gedragen. Van het tweede bericht kan dat wel worden gesteld. Verweerder heeft gesteld dat hij dit bericht heeft doorgestuurd maar ook dat dit, gezien de inhoud van het bericht en de wijze waarop het kan worden opgevat, niet geoorloofd was. Verweerder heeft daarvoor zijn excuses aangeboden. Dit betekent dat de klacht voor zover het dat bericht betreft gegrond is
5. Maatregel
Het is de raad bekend dat op 19 juli 2010 in een vergelijkbare zaak, te weten de zaak 10- 100 U, aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van een maand is opgelegd. Daarom ziet de raad in deze zaak geen aanleiding voor het opleggen van een maatregel.
BESLISSING:
De raad van discipline verklaart de klacht gegrond.
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juli 2010 door mr. Th. S. Röell, voorzitter, mr. L.D.H. Hamer, mr. J.M. van de Laar, mr. M. Pannevis, mr. M.J. Westhoff, leden en mr. P.H. Burger als griffier.
voorzitter griffier
Deze beslissing is in afschrift op 19 juli 2010 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Van deze beslissing kan beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie
076-548 4607