Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-06-2010
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0952
Zaaknummer
5657
Inhoudsindicatie
Advocaat lichtte klaagster niet voor over financiële gevolgen van de bijstand, liet werk aan medewerkers/niet-advocaten over. gegrond. voorwaardelijke schorsing van 2 maanden.
Uitspraak
11 juni 2010
No. 5657
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
verweerder,
tegen:
klaagster.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 30 november 2009, onder nummer H58 2009, aan partijen toegezonden op 2 december 2009, waarbij vaneen klacht van klaagster tegen verweerder klachtonderdelen 1, 3, 4 en 5 gegrond zijn verklaard, de maatregel van voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de tijd van 2 maanden is opgelegd en klachtonderdeel 2 ongegrond is verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 17 december 2009 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van klaagster;
- een schrijven van klaagster aan het hof van 29 januari 2010;
- een schrijven van verweerder aan het hof van 11 maart 2010;
- een schrijven van klaagster aan het hof van 19 maart 2010.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 9 april 2010, waar klaagster, vergezeld van haar gemachtigde, en verweerder, zijn verschenen.
3. De klacht
De klacht houdt het volgende in:
1. Verweerder heeft klaagster er nooit op gewezen dat zij een rekening zou krijgen en dat zij niet meer in aanmerking zou komen voor een toevoeging. Bovendien was de rekening te hoog.
2. Verweerder heeft ondanks klaagsters afwijzing de echtscheiding door middel van een gemeenschappelijk verzoek te regelen, toch een hiertoe poging gedaan. Dit is niet gelukt en hiermee is veel tijd verspeeld.
3. Verweerder heeft de behandeling van de zaak aan medewerkers overgelaten, die geen advocaat waren.
4. Verweerder heeft nagelaten als voorlopige voorziening alimentatie voor de dochter van klaagster te vragen.
5. Verweerder heeft nagelaten een vergoeding te claimen voor het voortgezet gebruik van de echtelijke woning.
4. De feiten
De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5. De beoordeling
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
6. De beslissing
Het hof:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 30 november 2009, onder nummer H58-2009 .
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.S.W. Holtrop, A.J.M.E. Arpeau, C.A.M.J. Raymakers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2010.