Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-03-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0444

Zaaknummer

R. 3207/09.39

Inhoudsindicatie

Kwaliteit van de dienstverlening. Klacht luidt dat advocaat geweigerd heeft een vordering namens klager in te stellen. Ongegrond. Verzet te laat ingesteld.

Uitspraak

 

1.             VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1        Bij brieven van 12 februari en 23 maart 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het dossier is op 2 maart 2009 ontvangen door de Raad.

 

1.2        Bij beslissing van 19 maart 2009 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is aan partijen verzonden op 20 maart 2009.

1.3        Bij brief gedateerd 27 maart 2009 heeft klager verzet aangetekend tegen voormelde beslissing. Dit verzet is door de Raad ontvangen op 7 april 2009.

1.4        De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.5        Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 11 januari 2010. Ter zitting zijn klager en verweerster verschenen

 

 

2.             DE KLACHT EN HET VERZET

 

De klacht

Klager verwijt verweerster dat zij niets voor hem heeft gedaan en voorts dat zij heeft geweigerd een vordering namens klager in te stellen tegen diens voormalige werkgever.

De gronden van het verzet

Klager heeft geen nadere gronden voor zijn verzet aangevoerd.

 

3.             VERWEER

Verweerster heeft gesteld dat zij wel degelijk werkzaamheden voor klager heeft verricht hetgeen ertoe heeft geleid dat aan klager een bedrag terzake niet-genoten vakantiedagen werd uitbetaald. Verweerster is van mening dat klager ten onrechte stelt dat verweerster niets voor hem heeft gedaan. Klager heeft aan verweerster gevraagd een vordering voor hem in te stellen inzake vakantiegeld, niet ontvangen salaris en overwerk. Verweerster heeft na bestudering van het dossier geconstateerd dat deze vorderingen niet haalbaar waren en heeft zulks ook aan klager gemotiveerd laten weten. Verweerster heeft ten slotte erkend dat de zaak lang heeft gelopen, hetgeen naar haar mening onder andere werd veroorzaakt door het feit dat de overdracht van het dossier zeer veel tijd kostte, dat er diverse opvolgende advocaten waren en dat de wederpartij zeer traag reageerde.

 

 

 

 

4.      BEOORDELING VAN HET VERZET

De Raad stelt vast dat klager het verzet niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft ingesteld en hiervoor geen verschoonbare reden heeft aangevoerd. De Raad verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

5.      BESLISSING

De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

-               verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. A.J.N. van Stigt, mr. L.Ph.J. baron van Utenhove en mr. C.A. de Weerdt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgespro­ken ter openbare zit­ting van 8 maart 2010.

 

 

 

 

 

griffier                                                                                                       voorzitter