Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-02-2010
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0318
Zaaknummer
5590
Inhoudsindicatie
Niet-ontvankelijk hoger beroep. Te late indiening.
Uitspraak
5 februari 2010
No. 5590
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het verzet van
klager,
tegen:
verweerder.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 31 augustus 2009, onder nummer 09-062A, aan partijen toegezonden op 31 augustus 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 Bij brief van 28 september 2009, verzonden in een enveloppe met het poststempel 30 september 2009, ter griffie van het hof ontvangen op 2 oktober 2009, is klager van deze beslissing in hoger beroep gekomen.
2.2 Bij beslissing van 21 oktober 2009 heeft de voorzitter van het hof het hoger beroep van klager afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 21 oktober 2009.
2.3 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 9 november 2009. Het hof heeft het verzet mondeling behandeld ter openbare zitting van 4 december 2009, waar klager en verweerder zijn verschenen.
2.4 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3. De beoordeling
3.1 De verzetschriftuur is ter griffie ontvangen na het verstrijken van de termijn van veertien dagen, gesteld in artikel 56b lid 1 van de Advocatenwet.
3.2 Klager beroept zich op verschoonbaarheid van de overschrijding van deze termijn. Klager stelt dat hij niet tijdig hulp kon vinden om het verzetschrift te versturen en verzoekt het hof het verzet, ondanks de late indiening, toch inhoudelijk te behandelen.
3.3 Naar het oordeel van het hof is niet aannemelijk dat de door klager aangevoerde omstandigheden het hem onmogelijk hebben gemaakt om binnen de daarvoor gestelde termijn een verzetschrift te (laten) indienen. Klager zal dan ook niet ontvankelijk verklaard worden in zijn verzet.
4. De beslissing
Het hof:
verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 21 oktober 2009.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. R.W. de Ruuk, A.D. Kiers-Becking, J.H. Homveld en A.G. Scheele-Mülder, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2010.