Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-03-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0514

Zaaknummer

5586

Inhoudsindicatie

Verwijt dat advocaat inadequaat heeft gehandeld ter gelegenheid van deskundigenrapport.Ongegrond.

Uitspraak

 

         

19 maart 2010

No. 5586

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klager,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 1 september 2009, onder nummer 09-055Alk, aan partijen toegezonden op 1 september 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

 

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 29 september 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 januari 2010, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld omdat hij:

a. zonder overleg aan de rechtbank een voorlopig deskundigenonderzoek heeft verzocht;

b. geen goede voorlichting omtrent de te volgen procedure heeft gegeven;

c. geen bezwaar heeft gemaakt tegen de nota van de deskundige;

d. noch heeft gereageerd op de beslissing van de rechtbank, noch op het conceptrapport van de deskundige en evenmin uitstel heeft gevraagd om op dat rapport te reageren;

e. geen gebruik heeft gemaakt van het recht het rapport te blokkeren;

f. door zijn toedoen de zaak drie jaar heeft vertraagd;

g. geen bemiddelingspoging heeft gedaan en geen kort geding heeft opgestart;

h. verweerder klager nu helemaal niet meer bij wil staan.

 

4. De feiten

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 1 september 2009.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. P.J. Baauw, E.A. Mout Bouwman, A.D.R.M. Boumans en G.J. Niezink, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2010.