Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-06-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0964

Zaaknummer

5652

Inhoudsindicatie

Klager niet-ontvankelijk in verband met te groot tijdverloop tussen gedraging en moment van indiening klacht.

Uitspraak

 

         

14 juni 2010

No. 5652

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klager,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 9 november 2009, onder nummer 08-124z, aan partijen toegezonden op 9 november 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 december 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 april 2010, waar klager, vergezeld van zijn gemachtige, en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt het volgende in:

 Klager heeft zich er bij brief d.d. 29 augustus 2007 over beklaagd dat verweerder als advocaat tegen hem is opgetreden terwijl hij een voormalig cliënt was van verweerders kantoor. Verweerder heeft daarover moedwillig onwaarheden op schrift gesteld om zijn optreden tegen klager te camoufleren.

4. De beoordeling

4.1 Bij brief van 22 december 2005 aan de deken had klager zich al eerder met dezelfde klacht over verweerder beklaagd. De klacht betreft onder meer – kort gezegd – het optreden van verweerder als voorzitter van de door hem uitgeroepen algemene vergadering van aandeelhouders van X. op 28 november 2003 waarbij o.a. het ontslag van klager als directeur van X. in stemming is gebracht. Deze klacht heeft klager op 27 oktober 2006 ingetrokken, “omdat hij inmiddels met zijn broer en alle door deze gecontroleerde rechtspersonen en samenwerkingsverbanden tot algehele overeenstemming was gekomen”.

4.2 Bij brief van 29 augustus 2007 heeft klager de onderhavige klacht aanhangig gemaakt. Verweerder voert aan dat klager niet ontvankelijk is gezien het tijdsverloop en  omdat deze tweede klacht gelijkluidend is aan de eerste.

4.3 Een advocaat moet er op kunnen vertrouwen dat zijn optreden als advocaat in een bepaalde zaak na het verloop van een redelijke termijn niet meer tuchtrechtelijk ter discussie kan worden gesteld. In het onderhavige geval zijn bijna vier jaren vestreken alvorens de klacht - voor de tweede maal (na te zijn ingetrokken) – is ingediend, waarmee de redelijke termijn is verstreken en klager in zijn klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

5. De beslissing

Het hof:

vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem van 9 november 2009, onder nummer 08-124z,

en

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht tegen verweerder.

 

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. P.J. Baauw, H. van Loo, G.J. Visser en W.K. van Duren, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2010.