Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-11-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0146
Zaaknummer
M 63 - 2009
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Een advocaat behoort zijn cliënt tijdig te informeren over het verloop van een procedure
Inhoudsindicatie
en aan deze een grosse van een uitspraak dan wel een ongeschonden kopie ter beschikking te stellen.
Inhoudsindicatie
klacht gegrond, enkele waarschuwing
Uitspraak
M63 – 2009
BESLISSING
van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch op 21 september 2009
“klager”,
tegen:
“verweerder”.
Het verloop van de klachtprocedure.
Bij schrijven van 26 maart 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement te Maastricht de stukken in bovengemelde klachtzaak aan de raad doen toekomen, deze stukken zijn vermeld in voormelde brief. Verweerder heeft bij brief van 8 september 2009 nadere stukken aan de raad doen toekomen die aan het klachtdossier zijn toegevoegd na door de griffier in afschrift aan klager te zijn gezonden.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 september 2009 waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 23 juni 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen tot 7 september 2009 ten kantore van de griffier. De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld. Bij de mondelinge behandeling waren klager en verweerder aanwezig.
Vaststelling van de feiten voor zover voor de klachtprocedure belang.
Klager heeft bij brief van 12 augustus 2008 een klacht ingediend tegen verweerder. Verweerder heeft in een tweetal zaken in hoger beroep als advocaat van de BV van klager opgetreden. In beide zaken is een eindarrest gewezen, waarbij de wederpartijen zijn veroordeeld tot betaling van een bedrag aan klager. Bij brief van 16 maart 2009 heeft de deken zijn dekenstandpunt aan partijen kenbaar gemaakt. Klager heeft op 23 maart 2009 de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht verzocht het dossier door te zenden naar de raad van discipline.
Inhoud van de klacht.
1. Verweerder heeft gehandeld in strijd met gedragsregel 27 lid 4 door zich ten opzichte van klagers BV ten onrechte te beroepen op het retentierecht in een tweetal zaken waarin geen sprake was van niet betaalde declaraties.
2. Verweerder heeft opzettelijk de kopie van het eindarrest ongeldig gemaakt door het grossestempel af te dekken met een stukje papier met daarop “ongeldig”, waardoor het onmogelijk was om dit arrest aan de wederpartij te betekenen.
Standpunt van klager.
Klager stelt dat verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 27 van de gedragsregels, met name lid 4, nu hij zich ten onrechte ten opzichte van de onderneming van klager (een gerechtsdeurwaarderskantoor), heeft beroepen op zijn retentierecht in een tweetal zaken. Klager is van mening dat verweerder zich ten onrechte beroept op diens retentierecht omdat op dat moment nog geen einddeclaratie was opgesteld.
Daarnaast stelt klager dat verweerder opzettelijk de kopie van de eindarresten ongeldig heeft gemaakt door de grosse te stempelen als “ongeldig”, waardoor het voor klager onmogelijk was om de eindarresten aan de wederpartij te betekenen.
Standpunt van verweerder
Verweerder stelt allereerst dat klager niet in zijn klachten kan worden ontvangen, omdat onduidelijk is in welke hoedanigheid hij in deze optreedt.
Verweerder verklaart voorts dat het retentierecht is uitgeoefend totdat toestemming was verkregen om conservatoire maatregelen te treffen. Nadat beslag was gelegd op de vorderingen is op 15 augustus 2008 de originele grosse verstuurd in de ene zaak. De originele grosse van de andere zaak is op 26 augustus aan klager doorgezonden. Verweerder verklaart daarover dat de originele grosse inzake de kwestie Y eerst op 26 augustus 2008 is ontvangen, vervolgens is deze op dezelfde dag aan klager toegestuurd. Volgens verweerder had klager facturen onbetaald gelaten die dateren van 2007. Het kantoor van verweerder had volgens hem wel degelijk recht om de originele arresten terug te houden. Verweerder merkt op dat klager wel kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de arresten.
Verweerder stelt dat de grosse die hij aan klager heeft gestuurd met daarop het woord “ongeldig”, een grosse is die door hem per fax is ontvangen.
Ontvankelijkheid van de klacht.
De raad stelt voorop dat de Advocatenwet niet het klachtrecht in het leven heeft geroepen voor eenieder, doch slechts voor diegene die door een handelen of een nalaten van een advocaat in zijn of haar belang getroffen is of kan worden. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure vereist is wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
In onderhavige kwestie heeft klager tegen het door verweerder gedane beroep op niet-ontvankelijkheid aangevoerd dat klager als directeur-grootaandeelhouder van zijn vennootschap bekend is bij verweerder. Dit brengt met zich dat klager direct belanghebbende is in onderhavig geschil. Om die reden acht de raad klager met betrekking tot de klacht ontvankelijk.
Beoordeling van de klacht
Met betrekking tot klachtonderdeel 1 overweegt de raad dat is komen vast te staan dat verweerder geweigerd heeft om de originele grossen van de vonnissen tijdig aan klager af te geven. Het verweer van verweerder dat klager facturen onbetaald heeft gelaten doet daaraan niet af. De arresten zijn gewezen op respectievelijk 29 april 2008 en 24 juni 2008 en deze zijn eerst op 27 juni 2008 en 1 augustus 2008 aan klager in kopie verzonden. De originele grossen zijn pas aan klager verstuurd op 26 en 15 augustus 2008. De raad is met de deken van oordeel dat er een aanzienlijk tijdsverloop is tussen de datum van de uitspraken en het ter kennis brengen van de inhoud daarvan aan klager en vervolgens het aan klager ter beschikking stellen van de grossen. Mede gelet op het bepaalde in gedragsregel 8 lag het op de weg van verweerder zijn cliënt tijdig te informeren over het verloop van de procedure en aan deze de grosse c.q. een ongeschonden kopie daarvan ter beschikking te stellen. Door dit laatste na te laten heeft verweerder het zijn cliënt gedurende die periode onmogelijk gemaakt om executiemaatregelen te nemen.
De raad acht dit onderdeel van de klacht dan ook gegrond.
Met betrekking tot het klachtonderdeel 2 overweegt de raad het volgende. Door de kopie van de grosse die hij aan klager had gestuurd te markeren met het woord “ongeldig” heeft verweerder voor klager de executie van het vonnis gefrustreerd. Naar het oordeel van de raad is dit in strijd met de zorg die verweerder als advocaat behoorde te behartigen en is dit evenmin in overeenstemming met het handelen van een behoorlijk advocaat. Het verweer van verweerder dat dit door een kantoorgenoot is gebeurd in het kader van vakantiewaarneming doet daaraan niet af. Niet alleen is verweerder verantwoordelijk voor zijn waarneming, maar evenmin is gebleken dat verweerder zich van de handelwijze van zijn waarnemer heeft gedistantieerd door alsnog aan klager een ongeschonden grosse in kopie te doen toekomen.
Ook dit onderdeel van de klacht acht de raad gegrond.
Op grond van het bovenstaande is de raad van oordeel dat verweerder door zijn handelwijze zich tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gedragen, zodanig dat de hierna op te leggen maatregel passend en geboden is.
BESLISSING
De raad verklaart de klacht in al haar onderdelen gegrond en legt verweerder ter zake de maatregel op van enkele waarschuwing.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door:
mr. R.P.G. Houterman, voorzitter, mrs. Chr. M.J. Peeters, E.J.P.J.M. Kneepkens, E.P.C.M. Teeuwen, L.W.M. Caudri, leden, op 16 november 2009.
________________ _______________
mr. P. Beens. griffier mr. R.P.G. Houterman, voorzitter
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.