Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-04-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0724

Zaaknummer

08-295 U

Inhoudsindicatie

intrekken klacht bij voldoen aan voorwaarden. niet ontvankelijkheid

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

 

BESLISSING d.d. 7 april 2009

in de zaak 08-295 U

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:

de heer

k l a g e r

tegen

de heer mr.

v e r w e e r d e r

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 15 oktober 2008, door de raad ontvangen op 17 oktober 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad op 9 februari 2009. Aanwezig waren klager en verweerder. Van deze zitting is proces verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken die vermeld zijn in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 De klacht

 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd heeft gehandeld met artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder

(a) ondanks een opdracht daartoe geen maritaal beslag heeft gelegd en

(b) ondanks diverse pogingen daartoe van klager om contact te krijgen, niet heeft gereageerd. 

 

 3. Feiten

 

3.1 Verweerder heeft in januari 2007 opdracht gekregen van een gemachtigde  van klager, mr. [X.], die geen advocaat was, om maritaal beslag te leggen.

3.2 Verweerder heeft namens klager verlof tot het leggen van bedoeld beslag gevraagd.

3.3 Nadat dit verlof niet werd verleend gaf de gemachtigde van klager op 1 februari 2007 opnieuw de opdracht aan verweerder tot het leggen van maritaal beslag.  Dit beslag is niet gelegd, omdat daartoe wederom geen verlof werd verleend.

3.4 Klager stuurde op 8 augustus 2007 een aangetekende brief naar het kantoor  van verweerder met het verzoek hem in te lichten of daadwerkelijk maritaal beslag was gelegd. Dit verzoek werd herhaald in brieven van 24 augustus 2007 en 31 augustus 2007.

3.5 Op 26 oktober 2007 diende klager de onderhavige klacht in bij de deken van de orde van advocaten in Utrecht.

3.6 Op 13 mei 2008 vond een bespreking plaats tussen klager en verweerder op het kantoor van de deken. Namens de deken werd de inhoud van de bespreking en de daarin gemaakte afspraken als volgt bevestigd:

“Naar aanleiding van de bespreking ten kantore van de deken op 8 mei jl. bevestig ik hierdoor het volgende:

- De heer [A] althans zijn huidige advocaat, zendt aan [B.] een aansprakelijkheidsstelling waarna [B.] per omgaand voor doorgeleiding van de aansprakelijkheidsstelling aan zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar zorgdraagt;

- [B.] zal per omgaande € 595,-, zijnde het honorarium dat [A] heeft voldaan aan mr. X. dan wel [B.]. overmaken naar de heer [A.]

- [B.] zendt een kopie van de overmaking alsmede een kopie van de correspondentie tussen [B.] en de huidige advocaat van de heer [A.] ter zake van de aansprakelijkheidsstelling aan de Deken;

-  Zolang niet duidelijk is of de aansprakelijkheidsstelling voortvarend door mr. [B.] wordt doorgezonden aan zijn aansprakelijkheidsverzekeraar wordt de klacht van de heer [A.] aangehouden. 

3.7 Op 8 mei 2008 stuurde verweerder een bevestiging aan klager dat hij diezelfde dag opdracht had gegeven tot betaling van € 595 aan klager.

3.8 Op 15 mei 2008 stuurde verweerder de door klager ingediende aansprakelijkstelling door aan zijn verzekeraar.

3.9 Bij brief van 28 mei 2008 berichtte verweerder zijn verzekeraar omtrent de wijze waarop de door hem geleverde rechtsbijstand was verlopen en stelde hij dat van enige nalatigheid zijnerzijds “derhalve” geen sprake kon zijn geweest.

3.10 Op 30 juni 2008 berichtte klager aan de deken de door hem ingediende klacht te willen handhaven, nu naar zijn oordeel door de brief van 28 mei 2008 van verweerder aan de verzekeraar, de door klager en verweerder op 8 mei 2008 gemaakte afspraken waren geschonden.

 

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Voor de beoordeling van de klacht neemt de raad tot uitgangspunt dat een advocaat er ter wille van de rechtszekerheid van uit moet kunnen gaan dat de door hem verrichte werkzaamheden niet meer ter discussie zullen worden gesteld, indien een klager heeft gesteld zijn klacht, na voldoening aan bepaalde voorwaarden, in te trekken. Gelet op hetgeen in de brief van 8 mei 2008 van de deken is omschreven en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, stelt de raad vast dat klager op 8 mei 2008 heeft toegezegd zijn klacht te zullen intrekken, indien aan de door de deken op 8 mei 2008 geformuleerde voorwaarden zou zijn voldaan.

4.2 De raad is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de tussen klager en verweerder gemaakte afspraken niet door verweerder zijn nagekomen. De aansprakelijkstelling is immers aan de verzekeraar van verweerder doorgezonden en door klager is niet bestreden dat verweerder een bedrag van € 595 aan klager heeft terugbetaald. Terzake van de onder 4.1. bedoelde afspraken is verweerder niet tekort geschoten.

4.3 Bij deze stand van zaken heeft klager zijn recht verwerkt om de handelwijze van verweerder als waartegen de oorspronkelijke klacht ( zie onder 2) zich richtte, alsnog aan de orde te stellen. Die klacht is mitsdien ongegrond.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 7 april 2009 door mr. A.H. Kist, voorzitter, mr. E.J. Ferman, mr. A. de Groot, mr. B. Roodveldt, mr. M.W. Schüller, leden met bijstand van mr. P.H. Burger als griffier.

 

voorzitter      griffier

 

Deze beslissing is in afschrift op 7 april 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.      Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076-548 4607