Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-01-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0837
Zaaknummer
08-124U
Inhoudsindicatie
Tekortkoming bij indienen van stukken niet aannemelijk geworden. Klacht ongegrond.
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 6 januari 2009
in de zaak 08-124 U
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:
de heer
k l a g e r
tegen
de heer mr.
v e r w e e r d e r
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 17 april 2008, door de raad ontvangen op 18 april 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad op 28 oktober 2008. Aanwezig waren klager en verweerder. Van deze zitting is proces verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken die vermeld zijn in de bij de brief gevoegde inventarislijst.
2 De klacht
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd heeft gehandeld met artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder als advocaat van klager in een echtscheidingsprocedure de belangen van klager niet goed heeft behartigd.
3. Feiten
3.1 Verweerder heeft klager in 2006 bijgestaan in verband met een aanhangig te maken echtscheidingsprocedure, nadat verweerder klager in 2004 had bijgestaan in verband met het treffen van voorlopige voorzieningen vooruitlopend op een echtscheidingsprocedure.
3.2 Namens klager diende verweerder een echtscheidingsverzoek in. Nadat dit verzoek op 19 juli 2006 in eerste instantie was toegewezen, tekende de wederpartij van klager hoger beroep aan tegen de gewezen beschikking en werd door haar tevens een verzoek tot het toekennen van alimentatie ten bedrage van € 500 per maand ingediend.
3.3 Verweerder stuurde op 19 maart 2007 een brief aan het gerechtshof, waarin diverse stukken betreffende de financiële situatie van klager werden overgelegd, zoals een jaaropgave, salarisspecificatie, een draagkrachtberekening en ander bewijsstukken betreffende de opnames van de wederpartij van klager van gemeenschappelijke rekeningen.
3.4 In het voorjaar 2007 heeft klager de behandeling van zijn zaak in handen gegeven aan een andere advocaat. Zij heeft klager bijgestaan in de weken voorafgaand aan en tijdens de mondelinge behandeling op 7 juni 2007 bij het gerechtshof.
3.5 Het gerechtshof gaf op 3 juli 2007 een beschikking. In deze beschikking werd de echtscheiding opnieuw uitgesproken en werd klager veroordeeld tot betaling van een alimentatie van € 500.
3.6 Op 17 oktober 2007 diende klager de onderhavige klacht in bij de deken van de orde van advocaten in Utrecht.
4. Beoordeling van de klacht
4.1 Voor de beoordeling van de klacht neemt de raad tot uitgangspunt dat een advocaat voor het – in overleg met zijn cliënt- te voeren beleid een ruime vrijheid toekomt en dat in het algemeen een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd kan zijn indien de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad.
4.2 In de voorliggende zaak is de raad van oordeel dat, hoewel uit de beschikking van het gerechtshof blijkt dat het gerechtshof klager niet heeft gevolgd in zijn stellingname dat er sprake is van een geringe draagkracht, niet is komen vast te staan dat verweerder ter zake een verwijt valt te maken.
4.3 Klager heeft niet geconcretiseerd in welke zin verweerder tekort is geschoten in het overleggen van stukken aan het gerechtshof. Niet is komen vast te staan welke afspraken over het overleggen van stukken waren gemaakt, over welke stukken verweerder beschikte en welke stukken klager in de procedure nog had willen en kunnen overleggen. Daarbij dient te worden aangetekend dat de door verweerder gevoerde procedure een echtscheidingsprocedure betrof en geen boedelscheiding, zodat het ondernemen van actie tegen de wederpartij die kennelijk over het vermogen beschikte niet aan de orde was. Voorts had ook de opvolgend advocaat nog stukken kunnen overleggen, indien dit noodzakelijk zou zijn geweest.
4.4 Bij deze stand van zaken kan de raad niet vaststellen dat verweerder in strijd met gemaakte afspraken heeft verzuimd om bepaalde stukken over te leggen en de belangen van verweerder niet goed heeft behartigd. De klacht is mitsdien ongegrond.
BESLISSING:
De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 6 januari 2009 door mr. A.H. Kist, voorzitter, mr. A. Gerritsen-Bosselaar, mr. L.D.H. Hamer, mr. B. Roodveldt, mr. M.L.F.J. Schyns, leden en mr. P.H. Burger als griffier.
voorzitter griffier
Deze beslissing is in afschrift op 6 januari 2009 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Van deze beslissing kan beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie
076-548 4607