Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-12-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2009:YA0231
Zaaknummer
09-28
Inhoudsindicatie
Klacht over de advocaat van klagers tegenpartij. Klager is geschokt door een brief van de advocaat.
De advocaat heeft, gezien de grote mate van vrijheid die haar toekomt, geen grens overschreden.
Uitspraak
09-28
BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Bij brief van 12 maart 2009 heeft mr. x, deken van de orde van advocaten in het arrondissement y, ter kennis van de raad gebracht de klacht van
klager
tegen
verweerster
1.
De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 19 oktober 2009 waar klager en verweerster zijn verschenen.
De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. H.C. Brandsma, E.D. Breuning ten Cate, P.R.M. Noppen en P.J.M. van Wersch, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. A. Huber als griffier.
2.
Klager verwijt verweerster dat zij zich niet heeft gedragen zoals een advocaat betaamt doordat zij:
a. in haar brief van 8 september 2008 stellingen heeft opgenomen waarvan zij wist of had moeten weten dat zij onjuist waren;
b. hem geestelijk heeft mishandeld door hem op onrechtmatige wijze te bedreigen en ten onrechte schrik aan te jagen;
c. tegen beter weten in en uit winstbejag haar cliënt heeft geadviseerd haar de brief te laten schrijven, die zij op 8 september 2008 aan klager heeft gestuurd, met de overweging dat de opgevoerde schadeclaim kansrijk zou zijn.
3.
De raad gaat uit van de volgende gegevens:
Klager heeft op 26 augustus 2002 voor € 1.660,- bij [leverancier] een computergestuurd tekenprogramma gekocht, genaamd Designcad 3D Max met het doel daarmee op termijn inkomen te verwerven.
Omdat klager zich opgelicht voelde doordat de volgens hem gedane toezeggingen niet zijn nagekomen, heeft hij de redactie van het televisieprogramma TROS-Opgelicht?! in kennis gesteld van zijn ervaringen met [leverancier].
In de uitzendingen op 13 september en 11 oktober 2003 alsmede op 24 april 2004 is aandacht besteed aan de praktijken van [leverancier].
Aan tenminste één van de uitzendingen heeft klager meegewerkt.
De eigenaar van [leverancier], […], is van mening dat klager onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door onwaarheden over zijn bedrijf te vertellen op televisie en dat hij daardoor schade heeft geleden. Daarom heeft hij klager bij brief van 26 februari 2004 gesommeerd de door hem begrote schade ad € 64.155,- aan hem te vergoeden.
Nadien heeft […] zich tot verweerster gewend.
Bij brief van 8 september 2008 heeft verweerster onder meer het volgende aan klager bericht:
“Tot mij wendde zich […], wonende te [woonplaats], met het verzoek zijn belangen te behartigen ter zake van het navolgende.
Op 13 september en 11 oktober 2003 zijn in een tweetal uitzendingen van Tros Opgelicht?! onjuiste en onrechtmatige opmerkingen gemaakt ten aanzien van cliënt persoonlijk en zijn onderneming [leverancier]. In de seizoenscompilatie die op 24 april 2004
werd uitgezonden zijn bepaalde fragmenten herhaald.
In tenminste één van de voornoemde uitzendingen heeft u onrechtmatig jegens cliënt gehandeld door in het televisieprogramma Tros Opgelicht?! onwaarheden over cliënt te vertellen. Cliënt heeft als gevolg van deze uitzendingen schade geleden.
Cliënt houdt u, mede, aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade. Bij aangetekende brief van 26 februari 2004 heeft cliënt u reeds aansprakelijk gehouden voor de door hem geleden (voorlopige) schade in hoogte groot € 64.155,-. Thans wordt de schade begroot op een bedrag van € 2.803.333,-. Namens cliënt matig ik voornoemd bedrag tot een bedrag van € 300.000,-.
Hierbij verzoek ik u, en zoveel nodig sommeer ik u, er voor zorg te dragen dat ik het bedrag van € 300.000,- binnen 14 dagen na heden ontvangen heb op mijn derdengeldrekening met nummer: [bankrekeningnummer ten name van Stichting Derdengelden van te ….., onder vermelding “[…]”. Indien ik bovengenoemd bedrag niet binnen 14 dagen na heden ontvangen heb, zal ik namens cliënte, onverwijld en zonder nadere aankondiging rechtsmaatregelen treffen.
Met dit schrijven stuit ik tevens de verjaringstermijn van de vordering tot schadevergoeding, ex, artikel 3:310 BW. Namens cliënt en [leverancier], behoud ik mij alle rechten op nakoming voor.
Als gevolg van deze stuitingsbrief begint, ex artikel 3:319 BW, vanaf heden een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaren te lopen.”
De redactie van Tros Opgelicht?! alsmede een ander persoon, die zich benadeeld voelde door [leverancier], hebben eenzelfde brief toegestuurd gekregen.
4.
Ter toelichting op de klacht heeft klager het volgende gesteld:
Hij is in 2005 door een loopbaanbegeleidster, die werkzaam was onder verantwoordelijkheid van het CWI verwezen naar [leverancier].
Toen hij het programma bij [leverancier] kocht is hem in het vooruitzicht gesteld dat hij betaald werk zou krijgen nadat hij de opleiding met goed gevolg had voltooid.
Hij heeft echter geen werk gekregen nadat hij de opleiding met goed gevolg had voltooid.
De opleiding die hij heeft gekregen hield weinig in.
Op 10 september 2008 is hij door zijn zoon in kennis gesteld van de brief van verweerster. Hij was destijds op vakantie met zijn echtgenote in […..]. Zijn vakantie is bedorven door de brief. Hij heeft de brief als zeer bedreigend ervaren.
Verweerster heeft hem door het schrijven van haar brief geestelijk zwaar mishandeld en ernstig leed aangedaan. Haar brief is zo hard bij hem aangekomen omdat verweerster rechtskundige is. Het is niet aan verweerster om te oordelen over de gevolgen van de brief voor hem.
Verweerster heeft zich schuldig gemaakt aan leugens door te schrijven dat hij onwaarheden zou hebben verteld en onrechtmatige uitspraken zou hebben gedaan. Daarmee heeft zij de advocatuur als beroepsgroep beschadigd.
Verweerster omschrijft niet op welke wijze, waardoor en wanneer de schade van haar cliënt is ontstaan.
Verweerster heeft, wetende dat haar cliënt voor de rechter geen kans van slagen had, uit winstbejag besloten haar cliënt bij te staan. Dat zij wist dat haar cliënt voor de rechter geen kans van slagen had blijkt uit het feit dat haar brief geen vervolg heeft gekregen.
Aan het begin van de uitzending, die op 13 september 2003 heeft plaatsgevonden, heeft de presentatrice van Tros Opgelicht?! gesproken over de economisch moeilijke tijden van de Nederlandse economie op dat moment. Dat zij de waarheid sprak wordt bevestigd door de verklaring van het Centraal Bureau voor de Statistiek d.d. 16 september 2004. Dat sprake was van economisch moeilijke tijden is een feit van algemene bekendheid.
De bewering dat [leverancier] door zijn schuld of iemand anders schuld schade heeft geleden, is gelet op de algehele teruggang van de economie, beslist niet juist.
5.
Verweerster heeft het volgende tot haar verweer aangevoerd:
In de uitzending van Tros Opgelicht?! werd de indruk gewekt dat […] mensen oplicht. Er werd gesteld dat klanten veel geld voor een softwarepakket betaalden en daarna niets meer van […] vernamen. Ook zou […] een baangarantie hebben gegeven en/of voldoende opdrachten hebben beloofd, maar zich vervolgens niet aan deze toezeggingen houden.
[…] is van mening dat de uitzendingen onrechtmatig jegens hem zijn, aangezien hij nimmer een baangarantie heeft gegeven of voldoende opdrachten heeft beloofd. Ook is het onjuist dat hij niets meer van zich zou hebben laten horen. Gedurende een periode van zes maanden biedt hij klanten die dat wensen ondersteuning, zowel telefonisch als per e-mail. […] is in de uitzendingen in een kwaad daglicht gezet. Hierdoor heeft hij materiële en immateriële schade geleden. De materiële schade bestaat uit een aanzienlijke daling van zijn omzet.
Klager is aangeschreven omdat hij onjuiste mededelingen over […] heeft gedaan en hij hiervoor persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld.
Het is aan de rechter voorbehouden om te oordelen of klager onrechtmatig jegens […] heeft gehandeld.
Omdat de vordering van […] op 13 september 2008 zou verjaren heeft zij bij brief van 8 september 2008 klager aangeschreven teneinde de verjaringstermijn te stuiten en hem in gebreke te stellen.
Zij heeft gehandeld zoals […] van haar mocht verwachten. Had zij haar brief niet geschreven dan zou zij een beroepsfout hebben gemaakt.
Er is geen sprake van dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging of zware mishandeling.
6.
De raad beoordeelt de klacht als volgt:
De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerster als advocaat van klagers tegenpartij. Voorop staat dat ook naar vaste rechtspraak van het hof van discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de tegenpartij van de klager ervan moet worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze, die haar - in overleg met haar cliënt - passend voor komt. De wederpartij zal zich slechts in uit-zonderlijke gevallen over de wijze van belangenbehartiging kunnen beklagen. Voor de tuchtrechter staat daarbij de wijze waarop de advocaat de zaak behandelt slechts ter beoordeling voor zover de advocaat zich bij die behandeling jegens de wederpartij heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarvan is de raad niet gebleken.
Ten aanzien van klachtonderdeel a overweegt de raad als volgt:
Dat verweerster in haar brief van 8 september 2008 stellingen heeft opgenomen waarvan zij wist of had moeten weten dat deze onjuist waren is niet vast komen te staan.
Dat sprake was economisch moeilijke tijden sluit niet uit dat de omzetdaling van [leverancier] (mede) het gevolg was van de uitzendingen van Tros Opgelicht?!
Verweerster heeft in dezen af mogen gaan op de informatie die haar cliënt haar heeft verstrekt.
Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de raad als volgt:
Gezien de hoogte van het gevorderde bedrag, te weten € 300.000,-, en het in het vooruitzicht stellen van een gerechtelijke procedure begrijpt de raad dat klager en zijn echtgenote zijn geschokt door de brief van verweerster. Desalniettemin is de raad van oordeel dat verweerster gezien de grote mate van vrijheid die haar toekomt, met het schrijven van haar brief geen grens heeft overschreden en heeft mogen handelen op de wijze waarop zij dat gedaan heeft.
Ten aanzien van klachtonderdeel c overweegt de raad als volgt:
Niet is vast komen te staan dat verweerster tegen beter weten in en uit winstbejag haar cliënt heeft geadviseerd een brief aan klager te sturen met de overweging dat de opgevoerde schadeclaim kansrijk is.
Het hier voorgaande brengt met zich mee dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn.
DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:
Alle onderdelen van de klacht zijn ongegrond.
Aldus beslist door de raad in de hiervoor ve rmelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 14 december 2009.