Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-11-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0122

Zaaknummer

R 68 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Het uitgangspunt van gedragsregel 7 is dat de schijn van het gebruik van vertrouwelijke informatie moet worden vermeden en daarom strekt haar bescherming zich ook uit over de cliënten van een voormalig kantoorgenoot. Klacht gegrond en legt verweerder terzake maatregel van enkele waarschuwing op.

Uitspraak

R 68 – 2009

 

BESLISSING

van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake de klacht

van

verder : klaagster

gemachtigde:

verder : klaagster

tegen

verder : verweerder

_____________________________________________________________________

 

Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 31 maart 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Roermond de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarisstaat.

 

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 september 2009 waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 23 juni 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 24 augustus 2009.

De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld.

 

Ter mondelinge behandeling was verweerder aanwezig. Klaagster en de gemachtigde van klaagster, zijn alhoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

 

Vaststelling van de feiten voorzover voor de klacht van belang.

Verweerder treedt in een boedelscheidingsprocedure op als advocaat van de ex-echtgenoot van klaagster. Klaagster is in de echtscheidingsprocedure -periode medio 2003 / medio 2005- bijgestaan door de gemachtigde van klaagster, destijds verbonden aan het kantoor van verweerder. De gemachtigde van klaagster heeft het kantoor van verweerder tijdens de behandeling van de echtscheidingsprocedure verlaten. Zij heeft de zaak van klaagster destijds in behandeling gehouden en het dossier meegenomen.

De gemachtigde van klaagster behartigt met ingang van 14 april 2008 wederom de belangen van klaagster in de boedelscheidingsprocedure.

 

Inhoud van de klacht.

Verweerder overtreedt gedragsregel 7 door op te treden voor de ex-echtgenoot van klaagster, terwijl klaagster zich in de periode medio 2003 tot medio 2005 in de echtscheidingsprocedure heeft laten bijstaan door het kantoor van verweerder, waaraan haar advocaat, gemachtigde in deze, toen was verbonden.

 

Standpunt van klaagster.

De gemachtigde van klaagster, destijds verbonden aan het kantoor van verweerder, behandelde in de periode medio 2003 – medio 2005 de echtscheiding. Verweerder was aldus in de gelegenheid kennis te nemen van de inhoud van het dossier, de secretaresse –thans nog werkzaam op het kantoor van verweerder- had en heeft kennis van de inhoud van het dossier en verweerder heeft gedurende het zwangerschapsverlof van de advocaat van klaagster in de periode van 21 januari 2005 tot medio 2005 in de zaak van klaagster waargenomen. Hierdoor is bij klaagster de schijn gewekt dat verweerder gebruik kan en zal maken van de hem bekende informatie uit dat dossier. De kwestie waarin verweerder thans de  ex-echtgenoot van klaagster bijstaat, vloeit rechtstreeks voort uit de echtscheidingprocedure en houdt daarmee verband.

 

Standpunt van verweerder.

Verweerder beschikt niet over vertrouwelijke informatie. Verweerder heeft, toen klaagster door zijn toenmalige kantoorgenote werd bijgestaan, nooit contact met klaagster gehad, nooit inzage genomen in haar dossier en ook nooit voor zijn kantoorgenote waargenomen. De voormalig kantoorgenote van verweerder,gemachtigde van klaagster in deze, heeft het dossier van klaagster inclusief alle daarbij behorende dossiers meegenomen. Er zijn geen stukken meer van klaagster aanwezig op het kantoor van verweerder.

Verweerder behartigt de belangen van de ex-echtgenoot van klaagster betreffende de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, feitelijk neerkomend op de verdeling van de voormalige echtelijke woning en de door partijen opgebouwde schulden. Verweerder kan geen voorbeeld bedenken van vertrouwelijke informatie die hem in het verleden bekend zou zijn geworden, die thans tegen klaagster gebruikt zou kunnen worden. Onder voorwaarden is het zelfs toegestaan op te treden tegen een ex-client. Van doorslaggevend belang is of de advocaat die optreedt tegen zijn ex-client of de ex-client van een kantoorgenoot gebruik heeft gemaakt of kon maken van vertrouwelijke gegevens. Hiervan is in deze geen sprake.

 

Beoordeling van de klacht.

De regel dat een rechtzoekende erop mag en moet kunnen vertrouwen dat zijn advocaat of één van diens kantoorgenoten niet ook de tegenstrijdige belangen van zijn tegenpartij partij behartigt of in een later stadium gaat behartigen, ook niet als de rechtzoekende intussen geen cliënt meer is van het kantoor, is een zo essentiële regel dat daarop in beginsel geen uitzonderingen zijn toegestaan.

Het is een advocaat niet toegestaan op te treden tegen een voormalig cliënt of een bestaande cliënt van hem of een van een kantoorgenoot, behoudens indien is voldaan aan de volgende drie voorwaarden:

- de aan de advocaat toe vertrouwde of toe te vertrouwen belangen betreffen niet dezelfde kwestie ten aanzien waarvan de voormalige cliënt of bestaande cliënt werd of wordt bijgestaan door de advocaat of een kantoorgenoot van hem, de aan de advocaat toevertrouwde belangen of toe te vertrouwen belangen houdenook geen verband met die kwestie en een daarop uitlopende ontwikkeling evenmin aannemelijk is;

- de advocaat of zijn kantoorgenoot  beschikt niet over vertrouwelijke informatie van welke aard dan ook afkomstig van zijn voormalige cliënt of bestaande cliënt, dan wel zaaksgebonden informatie of informatie de persoon dan wel het bedrijf van de voormalige cliënt of de bestaande cliënt betreffende die van belang kan zijn in de zaak tegen de voormalige cliënt of de bestaande cliënt,

- ook overigens blijkt niet  van redelijke bezwaren aan de zijde van de voormalige of de bestaande cliënt of aan de zijde van de partij die zich met het verzoek tot behartiging van zijn belangen tot de advocaat heeft gewend

Het uitgangspunt van voormelde gedragsregel voor advocaten is  dat de schijn van gebruik van vertrouwelijke informatie moet worden vermeden en daarom strekt haar bescherming zich ook uit over de cliënten van een voormalig kantoorgenoot..

 

Verweerder treedt op in een boedelscheidingsprocedure voor de ex-echtgenoot van klaagster. De echtscheidingsprocedure is destijds behandeld door een (inmiddels ex-)kantoorgenoot van verweerder. Klaagster is nog steeds cliënte van de voormalige kantoorgenoot van verweerder. De boedelscheidingsprocedure houdt zodanig verband met de echtscheidingsprocedure dat gesproken kan worden van dezelfde zaak op basis van hetzelfde feitencomplex als de echtscheidingsprocedure, waarvoor klaagster zich destijds tot het kantoor van verweerder heeft gewend. Weliswaar heeft de behandeling van de echtscheidingsprocedure door het kantoor van verweerder ruim drie jaar geleden plaatsgevonden, dit doet niets af aan de omstandigheid dat klaagster destijds door een kantoorgenoot van verweerder is bijgestaan en verweerder aldus kennis heeft kunnen nemen van vertrouwelijke informatie van klaagster.

De raad is van oordeel dat het verweerder daarom niet vrij stond op te treden tegen een cliënt van een voormalig kantoorgenoot in een kwestie die zo nauw samenhangt met de kwestie die destijds door het kantoor van verweerder is behandeld.

 

Op grond van het bovenstaande zal de klacht gegrond worden verklaard. De raad acht de hierna op te leggen maatregel passend en geboden.

 

BESLISSING.

De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake de maatregel van enkele waarschuwing op.

Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, en mrs. J.J.M. Goumans, R.G.A.M. Theunissen, C.M.J. Peeters en R.F.L.M. van Dooren, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2009

griffier.      voorzitter.

 

Verzonden op:   3 november 2009              

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de  mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.