Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-09-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0104
Zaaknummer
09-117U
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Onnodig grievende mededelingen aan een journalist van De Telegraaf, met de bedoeling om klager te schaden. Klagers belangen zijn door verweerders uitlatingen onevenredig geschaad zonder dat daarmee een redelijk doel werd gediend. Noch het algemeen belang, noch het belang van verweerders cliënt, noch de wens klager “een toontje lager” te laten zingen rechtvaardigt verweerders handelen. Klacht gegrond. Geen maatregel omdat nadelige gevolgen voor klager zijn uitgebleven nu niet is gepubliceerd.
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 28 september 2009
in de zaak 09-117U
______________________________
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 1 mei 2009 bij de raad binnengekomen klacht van:
De heer
k l a g e r
tegen:
De heer mr.
v e r w e e r d e r
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 29 april 2009, door de raad ontvangen op 1 mei 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 7 juli 2009 in aanwezigheid van partijen. Klager is bijgestaan door mr. Y, advocaat te Amsterdam. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1. genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 tot en met 15, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst, alsmede van een ter zitting door verweerder overgelegd artikel over een initiatief van klager, verschenen in De Telegraaf van 20 september 2008.
2. Klacht
2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet, onnodig grievende en onjuiste mededelingen heeft gedaan aan een journalist van De Telegraaf met de bedoeling om klager te schaden.
3. Feiten
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:
3.1 Verweerder treedt als advocaat op voor de heer X. De heer X is (in)direct aandeelhouder van een vennootschap A B.V. die eigenaar is van een pand aan de Côte d’Azur. Het pand wordt gehuurd door een vennootschap B S.A.R.L. waarin klager (in)direct een belang heeft. Het pand wordt gebruikt als hotel, dat (feitelijk) door klager en zijn echtgenote wordt gedreven.
3.2 Op enig moment is tussen (de vennootschappen van) klager en de heer X een verschil van mening ontstaan, onder meer over een bedrag van € 140.000 aan huurpenningen, welke volgens klager een ten onrechte met terugwerkende kracht doorgevoerde huurverhoging betreffen. B. S.A.R.L. is in appèl veroordeeld om het genoemde bedrag van € 140.000 aan A B.V. te voldoen. Ten tijde van de mondelinge behandeling van deze kwestie door de raad, was in Frankrijk terzake cassatie aanhangig.
3.3 Klager was ten tijde van het indienen van de klacht tijdelijk in Nederland om een nieuw initiatief te promoten onder de titel SOS-arts. Daarover is onder de titel “SOS-arts komt er” een artikel gepubliceerd in De Telegraaf van 20 september 2008. Verweerder heeft de journalist die het genoemde artikel schreef opgebeld. Verweerder heeft die journalist daarbij mededelingen gedaan over klagers huurschuld en een voor 8 oktober 2008 in Frankrijk gepland kort geding dat daarover zou plaatsvinden. De mededelingen van verweerder aan de journalist hebben niet tot verdere publicatie geleid.
3.4 Klager heeft in 2002 een boek geschreven met de titel “Lang leve de Côte d’Azur”. In dat boek beschuldigt klager de verder niet bij name genoemde verhuurder van het hotel van dubieuze activiteiten.
4. Beoordeling van de klacht
4.1 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij heeft bij de beoordeling te gelden de door het hof van discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goed dunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan ondermeer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, dan wel indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.
4.2 Verweerder erkent dat hij de journalist heeft opgebeld en dat hij aan hem mededelingen heeft gedaan zoals in 3.3 omschreven waarbij hij een ander, minder positief beeld van klager heeft gegeven dan in het artikel. Partijen verschillen van mening over de exacte inhoud en de door verweerder gebruikte bewoordingen in zijn gesprek met de journalist. In deze omstandigheden kan de raad niet vaststellen of de mededelingen van verweerder onnodig grievend of onjuist zijn geweest. Beoordeeld moet dus worden of klagers belangen door verweerders uitlatingen onevenredig zijn geschaad zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Verweerder heeft erkend dat zijn mededelingen aan de journalist als doel hadden een publicatie uit te lokken, van welke publicatie voorzienbaar was dat die klager zou kunnen beschadigen. Hij wilde een andere zijde van klager belichten en hem “een toontje lager laten zingen”.
4.3 Verweerder heeft zich in zijn brieven aan de deken en ook bij gelegenheid van mondelinge behandeling beroepen op een drietal belangen die hem hebben doen besluiten de journalist van de Telegraaf te bellen, te weten: het algemeen belang, het belang van zijn cliënt om in de huurzaak betaling te verkrijgen en de wens om klager “een toontje lager te laten zingen”, ook in verband met de publicatie van het boek Lang leve de Côte d’Azur. In de gegeven omstandigheden valt naar het oordeel van de raad niet in te zien dat het belang van de heer X met zich bracht dat door verweerder contact met de Telegraaf gezocht diende te worden. Naar het oordeel van de raad gaf de inhoud van het gepubliceerde artikel daartoe geen aanleiding, evenmin als het – niet in het artikel genoemde – civiele geschil tussen verweerders cliënt en klager. Partijen bestrijden elkaars standpunt in die zaak en de civiele rechter zal een beslissing moeten geven. Niet valt in te zien dat het algemeen belang – wat daar verder ook van zij – verweerders handelen noodzakelijk of wenselijk maakte. De raad acht het evident dat de wens om klager “een toontje lager te laten zingen”, al dan niet naar aanleiding van een in 2002 gepubliceerd boek, verweerders contacten met de Telegraafjournalist evenmin kunnen rechtvaardigen. Nu als gezegd de inhoud van het artikel daartoe geen aanleiding gaf moet het contact opnemen met de journalist met de bedoeling om klager te beschadigen als onbetamelijk worden beoordeeld. De raad stelt vast dat de belangen van klager hierdoor onevenredig zijn geschaad of konden worden geschaad, terwijl niet gezegd kan worden dat het belang van verweerders cliënt dat vergde. De klacht is derhalve gegrond.
5. Maatregel
5.1 Met het voorgaande is komen vast te staan dat verweerder door te handelen als omschreven in paragraaf 3.3 heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.
5.2 Hoewel verweerder de grenzen van het tuchtrechtelijk laakbare heeft overschreden heeft zijn handelwijze voor klager verder geen nadelige gevolgen gehad nu het telefoongesprek dat verweerder met de betrokken Telegraafjournalist voerde, niet heeft geleid tot verdere publicatie. De raad ziet in deze omstandigheden aanleiding om af te zien van het opleggen van een maatregel.
6. Beslissing:
De raad van discipline verklaart de klacht gegrond.
Aldus gewezen door: Mr. D.J. Markx, voorzitter, mr. A. Gerritsen-Bosselaar, mr. J.M. van de Laar, mr. M. Pannevis, mr. B. Roodveldt, leden met bijstand van mr. P.J. Mijnssen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 september 2009.
voorzitter griffier
De beslissing is in afschrift op 28 september 2009 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht
Van deze beslissing kan beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 – 548 46 08. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie
076 – 548 46 07