Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-11-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0180

Zaaknummer

09-162H

Inhoudsindicatie

Klaagster verwijt verweerder (advocaat wederpartij) dat hij informatie uit het mediation-traject heeft opgenomen in een door hem opgesteld verzoekschrift. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

 

BESLISSING d.d. 24 november 2009

in de zaak 09-162H

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van 24 juni 2009 van

k l a a g s t e r

tegen

mr.

v e r w e e r d e r

 

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 24 juni 2009, door de raad ontvangen op 26 juni 2009, heeft de deken van de orde in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 21 september 2009. Ter zitting zijn verschenen  klaagster, de heer dr. T.C.M. Horn en verweerder. Van de zitting van 21 september 2009 is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad, en

- de stukken genummerd onder 1 t/m 22 genoemd onder bijlage 1 bij deze brief.

2 De klacht

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld door een tweetal e-mails van de mediator, waarin wordt verwezen naar de uitkomst van het mediationtraject tussen zijn cliënte en klaagster, te overleggen bij een verzoekschrift dat hij voor zijn cliënte heeft ingediend bij de kantonrechter.

3. Feiten

3.1 Verweerder is de advocaat geweest van de voormalig werkgeefster van klaagster. Verweerder heeft op 23 september 2008 een verzoekschrift ingediend dat strekte tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met klaagster.

 

3.2 Bij dat verzoekschrift zijn door verweerder (onder meer) twee bijlagen gevoegd, bestaande uit twee e-mails van de mediator, die door de cliënte van verweerder en klaagster was ingeschakeld in het kader van het tussen hen bestaande arbeidsconflict.  In de e-mail van 9 juni 2008 heeft de mediator onder meer het volgende bericht aan klaagster en de cliënte van verweerder:

“Geachte mevrouw, heren,

Mevrouw [naam klaagster] heeft te kennen gegeven de mediation te willen beëindigen. U hebt geen overeenstemming kunnen bereiken. Alles wat in de mediation is gezegd, valt onder de geheimhouding. En mag dus niet naar buiten.

Om de mediation toch op een goede manier af te kunnen ronden, vraag ik u of u accoord kunt gaan met de volgende tekst:

Als afsluiting van de mediation zijn betrokkenen accoord met de volgende tekst ten behoeve van derden, waaronder de afdeling P & O van het [naam cliënte verweerder]. De heer [ X ]  en de heer [ Y ] hebben uitgesproken dat zij het onwenselijk vinden dat mevrouw [naam klaagster] terugkeert in haar oude functie. Mevrouw [naam klaagster] heeft uitgesproken dat zij graag terugkeert in haar oude functie.

Indien u accoord bent, krijgt u allen van mij een briefje waarin dit is opgenomen. […]”

3.3 Bij e-mail van  11 juni 2008 heeft de mediator aan klaagster en haar werkgeefster onder meer het volgende bericht:

 “[…]hieronder treft u een wijzigingsvoorstel van mevrouw [naam klaagster] op mijn tekstvoorstel.

 Van de heren [ X ] en [ Y ] ontving ik nog geen reactie. […].

 Als afsluiting van de mediation zijn betrokkenen akkoord met de volgende tekst ten behoeve van derden, waaronder de afdeling P &O van het [naam cliënte verweerder]. De heer [ X ] en de heer

[ Y ] hebben uitgesproken dat zij het – vanwege hun gebrek aan vertrouwen in mw. [naam klaagster] en uitdrukkelijk niet vanwege haar onvoldoende functioneren – onwenselijk vinden dat mevrouw [naam klaagster] terugkeert in haar oude functie. Mevrouw [naam klaagster] heeft uitgesproken dat zij graag terugkeert in haar oude functie, maar dan met de garantie van een veilige werksfeer, waarvoor de werkgever verantwoordelijk is”.

3.4 Partijen zijn het niet eens geworden over de berichtgeving over de afloop van de mediation.

 

3.5 De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen cliënte van verweerder en klaagster ontbonden onder toekenning van een vergoeding. Klaagster heeft volgens de interne klachtregeling die gold bij de cliënte van verweerder een klacht ingediend over het uitlekken van de e-mails bij de kantonrechter. Die klacht is gegrond verklaard.

 

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Vaststaat dat in de overeenkomst van mediation, die tussen cliënte van verweerder en klaagster gesloten is, geheimhouding over de inhoud en het verloop van de mediation is overeengekomen. De advocaat van een partij bij een dergelijke mediationovereenkomst is, optredende voor zijn cliënt, aan die geheimhouding gebonden. Bij gebreke daarvan zou immers een onwerkbare situatie bestaan, die niet in het belang van de aan mediation deelnemende partijen is.

4.2 Door de e-mail te overleggen van de mediator heeft verweerder een verband gelegd tussen de inhoud van de gevoerde discussie in de mediation en het ontbindingsverzoek van de werkgever. De inhoud van de e-mails wordt ook nog eens door verweerder toegelicht in het door hem opgestelde verzoekschrift. Door aldus te handelen heeft verweerder de voor mediation overeengekomen geheimhouding niet gerespecteerd en heeft hij niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De klacht is derhalve gegrond.

5. Maatregel 

De raad is van oordeel dat de handelwijze van verweerder van dien aard is dat aan hem de maatregel van enkele waarschuwing behoort te worden opgelegd. Daarbij heeft de raad van belang geacht dat verweerder noch ter zitting noch in zijn schriftelijke reacties naar aanleiding van de klacht enige blijk gegeven heeft de onjuistheid van zijn handelen in te zien.

 

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond

- legt aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op.

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 24 november 2009 door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. P.W.M. Huisman, mr. J.M. van de Laar, mr. R.P.F. van der Mark, mr. B. Roodveldt, leden en mr. D.J.L. Siegers, griffier.

voorzitter      griffier

Deze beslissing is op 24 november 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.      Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076-548 4607