Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-03-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0775

Zaaknummer

08-194A

Inhoudsindicatie

 Klager verwijt verweerder zonder zijn toestemming confraternele correspondentie te hebben overgelegd in een procedure. Naar het oordeel van de raad is verweerder echter gebleven binnen de grenzen van de op basis van een voorstel van klager bereikte overeenstemming; klacht ongegrond.

Uitspraak

 

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

 

BESLISSING d.d. 2 maart 2009

in de zaak 08-194A

______________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 22 juli 2008 bij de raad binnengekomen klacht van:

De heer mr.

k l a g e r  

tegen:

De heer mr.

v e r w e e r d e r

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 21 juli 2008, door de raad ontvangen op 22 juli 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht. 

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 6 januari 2009 in aanwezigheid van verweer-der. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1. genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 tot en met 14, genoemd in de bij die brief ingevoegde inventarislijst.

 

2. Klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet, confraternele correspondentie in een gerechtelijke procedure in het geding heeft gebracht, zonder dat hij daarvoor toestemming van klager heeft verkre-gen.

3. Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.1. Klager en verweerder hebben de respectieve belangen van hun cliënten behartigd, ondermeer in verband met een kort geding voor de voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam (verder “de rechtbank”). De mondelinge behandeling van het kort geding heeft op 29 mei 2008 plaatsgevon-den. In het kader van die behandeling heeft klager op 26 mei 2008 per fax een brief gezonden aan verweerder met ondermeer de volgende tekst:

“Wat dacht u ervan indien wij in het kader van het door u genoemde artikel 21 Rv onze confraternele correspondentie van 24 en 25 april jl. overleggen aan de voorzieningenrechter?”

Verweerder heeft deze brief dezelfde dag nog eveneens per telefax aan klager retour gezonden met daarop de aantekening “akkoord”, zijn handtekening en de datum.

3.2. Vervolgens heeft klager op 27 mei 2008 zijn brief aan verweerder van 24 april 2008 en een brief van verweerder aan klager van 25 april 2008 per fax aan de rechtbank gezonden; een afschrift van dit faxbericht zond klager aan verweerder. Diezelfde dag heeft verweerder ook nog een brief van klager aan verweerder van 25 april 2008 per fax aan de rechtbank gezonden; een afschrift van dit faxbericht zond verweerder aan klager. Klager heeft het van verweerder ontvangen faxbericht op 27 mei 2008 per fax aan verweerder geretourneerd met daarop de met pen geschreven mededeling:

“Ik heb hier geen toestemming voor gegeven! => klacht!”

3.3 Verweerder heeft de brief van klager aan verweerder van 25 april 2008 in noch buiten rechte teruggenomen. Klager heeft, nog steeds op 27 mei 2008, een faxbe-richt aan de rechtbank gezonden met het verzoek zijn brief aan verweerder van 25 april 2008 buiten beschouwing te laten. Klager heeft dit verzoek bij gelegenheid van de mondelinge behandeling op 29 mei 2008 herhaald. De rechtbank heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven.

 

4. Beoordeling van de klacht:

4.1 Verweerder heeft zich terecht beroepen op de tussen klager en hem bereikte over-eenstemming de correspondentie van 24 en 25 april 2008 in rechte over te leggen. Gezien het hiervoor geciteerde, door verweerder geaccordeerde verzoek van klager, gedaan bij de op 27 mei 2008 per fax aan verweerder verzonden brief, behoefde verweerder niet te begrijpen dat de brief van klager van 25 april 2008 niet onder de gemaakte afspraak viel. Daarbij is van belang dat de formulering “onze confraternele cor-respondentie van 24 en 25 april jl” afkomstig is van klager zelf. Aan de raad zijn geen omstandigheden gebleken die aanleiding geven tot een andersluidend oordeel om-trent de klacht. De klacht is derhalve ongegrond.

Beslissing:

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door: mr. W.J. van Bennekom, voorzitter, mr. H.F. Doeleman, mr. A. Gerritsen-Bosselaar, mr. H.B. de Regt, mr. M.G.F. van Voorst tot Voorst, leden, met bijstand van mr. P.J. Mijnssen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 maart 2009.

voorzitter        griffier

De beslissing is in afschrift op 3 maart 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan beroep hij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in ze-venvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in  het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus132, 4840 AC Prin-senbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kan-tooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 – 548 46 08. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 – 548 46 07