Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-09-2009

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2009:YA0070

Zaaknummer

5436

Inhoudsindicatie

Reactie van advocaat op aansprakelijkstelling.

Uitspraak

14 september 2009

No.  5436

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klager,

tegen:

verweerder.

1.   Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 2 maart 2009, onder nummer 08-273Alk, aan partijen toegezonden op 3 maart 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard. 

2. Het geding in hoger beroep

2.1  De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 11 maart 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg,

-  brief van verweerder van 11 april 2009.

2.3  Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 3 juli 2009, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3. De klacht

De klacht houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet:

(a) na aansprakelijk te zijn gesteld door klager wegens het maken van een beroepsfout, heeft geweigerd de schade (tijdig) te melden aan zijn verzekeraar;

(b) ook een tweede schade, ondanks een verzoek van klagers gemachtigde, niet (tijdig) aan zijn verzekeraar heeft gemeld.

4. De feiten

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Klager betoogt dat de raad de klachten ten onrechte heeft beperkt tot de onderdelen a en b, waarbij beide onderdelen te beperkt werden uitgelegd. Het hof verwerpt dit betoog. De weergave van de klachten in de beslissing van de raad stemt overeen met de weergave van de klachten in de brief van de deken aan de raad. Op haar beurt stemt de weergave van de deken overeen met die van de gemachtigde van klager in diens brieven aan de deken.

5.2 Voor zover het hoger beroep zich keert tegen de ongegrondverklaring door de raad van de klachten zoals deze in zijn beslissing zijn geformuleerd faalt het eveneens, nu het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.3 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 2 maart 2009.