Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-01-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0128
Zaaknummer
08-339H
Inhoudsindicatie
voorzittersbeslissing kennelijk ongegrond
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
zaak 08-339H
datum beslissing 12 januari 2009
Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline naar aanleiding van de op
12 december 2008 bij de raad binnengekomen klacht 08-339H van:
De heer
Gemachtigde: de heer
klager,
tegen
De heer mr.
verweerder.
De plaatsvervangend voorzitter (hierna de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de
deken van de orde van advocaten te Haarlem van 11 december 2008, door de raad ontvangen op 12
december 2008, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
FEITEN
Op grand van bedoelde stukken wordt van het volgende uitgegaan.
Verweerder is in een strafzaak - in hoger beroep - opgetreden voor klager bij het Gerechtshof te
Amsterdam. Verweerder trad op als gekozen raadsman. De door de Raad voor Rechtsbijstand
ambtshalve verstrekte toevoeging is op verzoek van verweerder ingetrokken. Verweerder heeft voor
zijn werkzaamheden in totaal een bedrag ad €4250 in rekening gebracht, voor welke werkzaamheden
verweerder aan klager declaraties heeft verzonden. Voorafgaand aan de behandeling ter terechtzitting
heeft klager verweerder contant €2500 van klager ontvangen. Verweerder heeft na afloop van de
strafzaak aan klager €1750 in rekening gebracht, welk bedrag klager aan verweerder heeft voldaan.
Bij de behandeling in hoger beroep heeft verweerder een pleitnota overgelegd. Klager is in eerste
aanleg door de politierechter te Haarlem veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur en een
voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Door het Gerechtshof is klager veroordeeld tot een
schuldigverklaring zonder oplegging van straf ex artikel 9a Sr.
KLACHT
Die klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft
gehandeld doordat hij
a. geen BTW heeft afgedragen ter zake het door klager betaalde 2e voorschot ad €1750;
b. de werkzaamheden in de appelprocedure niet heeft verantwoord in een urenspecificatie;
c. declaraties zowel bij klager als bij de Raad voor rechtsbijstand heeft ingediend;
d. de werkzaamheden voor klager niet naar behoren heeft verricht.
De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is en overweegt daartoe het volgende.
Tegenover de -ongemotiveerde- beweringen van klager staat dat uit de door verweerder overgelegde
stukken blijkt dat aan klager op 17 april 2007 een declaratie, tezamen met een urenspecificatie voor
de werkzaamheden in hoger beroep, is gezonden waarin BTW in rekening is gebracht. Niet is
gebleken dat verweerder niet aan zijn fiscale verplichtingen zou hebben voldaan, voor zover dat
overigens klagers belang al zou raken. (klachtonderdelen a en b)
08-339H 1.4; 1.5.2; 1.5.9
Bij de stukken bevindt zich een beslissing d.d. 12 juni 2006 van de Raad voor Rechtsbijstand waarbij
op verzoek van verweerder de toevoeging wordt ingetrokken. Van een dubbele declaratie, zoals
bedoeld in klacht onderdeel c, is dan ook geen sprake.
Bij de door verweerder overgelegde stukken bevindt zich eveneens een ter terechtzitting van het
Gerechtshof bij pleidooi overgelegde pleitnota. Het Hof is tot een aanmerkelijke milder oordeel
gekomen dan de rechter in eerste aanleg. Aannemelijk is dat de inspanningen van verweerder mede
hebben bijgedragen aan deze voor klager gunstige beslissing van het Hof. (klachtonderdeel d.)
De voorzitter concludeert op grond hiervan dat de beschuldigingen geen enkele steun vinden in de
stukken die zich in het dossier bevinden.
Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat de klacht, met toepassing van artikel
46g Advocatenwet, in al haar onderdelen kennelijk ongegrond moet worden verklaard.
BESLISSING >
De voorzitter verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Aldus gewezen door mr. T.J.M. Gijsberts, plv. voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als
griffier op 12 januari 2009.
Vool
Deze beslissing is verzonden op
Ingevolge artikel 46h Advocatenwet kunnen klager en de deken van de orde van advocaten in het
arrondissement Haarlem binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing
verzet doen bij de raad van discipline in het ressort Amsterdam, postbus 75265, 1070 AG Amsterdam.
Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift waarin de gronden van het
verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van veertien dagen begint op de
dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn
moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van
de termijn van veertien dagen is niet mogelijk.
08-339H 1.4; 1.5.2; 1.5.9