Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-12-2009

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0185

Zaaknummer

09-063H

Inhoudsindicatie

Klager meent dat verweerder gehouden is om opleidingskosten voor hem te declareren op basis van een met een gemeente gesloten overeenkomst. De raad overweegt dat dit niet de (primaire) taak van een advocaat is. De door verweerder gestelde afspraak is achterhaald en overigens niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

 

BESLISSING d.d. 7 december 2009

in de zaak 09-063H

______________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 2 maart 2009 bij de raad binnengekomen klacht van:

k l a g e r  

tegen:

v e r w e e r d e r

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 27 februari 2009, door de raad ontvangen op 2 maart 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht. 

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 5 oktober 2009 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 tot en met 29, genoemd in de bij die brief gevoegde inventarislijst alsmede van de brief die klager op 2 oktober 2009 per telefax aan de raad heeft verzonden en de bijlage daarbij.

2. De klacht

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet, niet is overgegaan tot het namens klager terugvorderen van opleidingsgerelateerde kosten van de gemeente Zaanstad.  

3. Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.1. Verweerder is als advocaat opgetreden voor klager, met name in een kwestie met de gemeente Zaanstad. Klager is met de gemeente Zaanstad een zogenoemd gesloten trajectplan overeengekomen, inhoudende dat hij (deels) op kosten van de gemeente een opleiding kon volgen. Volgens de overeenkomst zouden de te vergoeden kosten door de gemeente Zaanstad op declaratiebasis aan klager worden voldaan.

3.2. Verweerder heeft in verband met de bedoelde overeenkomst voor klager een bestuursrechtelijke procedure gevoerd voor de rechtbank Haarlem in verband met een wijziging van de aan de vergoeding van kosten verbonden voorwaarden. Deze procedure is beëindigd.

3.3. Voorts heeft klager verweerder (ondermeer) gevraagd om bij de gemeente Zaanstad de studie- en andere kosten waarop klager uit hoofde van de overeenkomst nog aanspraak meende te kunnen maken, terug te vorderen.

 

3.4. Verweerder heeft klager tot 22 september 2006 bijgestaan. Daarna is de zaak overgedragen aan mr. X te Haarlem. In januari 2007 heeft klager verweerder echter gevraagd de zaak weer op zich te nemen. Verweerder heeft dat geweigerd maar klager wel nog geadviseerd over de studiekostenkwestie omstreeks mei 2007 en februari 2008.

4. Beoordeling van de klacht.

4.1 Klager meent dat verweerder gehouden is om namens hem bepaalde kosten te declareren bij de gemeente Zaanstad. De raad overweegt dat dit niet de (primaire) taak van een advocaat is. Pas als de gemeente weigert om de gedeclareerde kosten uit te betalen is sprake van een beslissing waartegen (door de advocaat) bezwaar kan worden gemaakt.

4.2 Klager heeft gesteld dat verweerder met hem heeft afgesproken om de declaraties van klager namens klager in te dienen bij de gemeente Zaanstad. De raad is van oordeel dat hetgeen hierover is opgenomen in de brief van verweerder aan klager van 19 mei 2007, is achterhaald doordat klager verweerder kennelijk niet meer op dit punt heeft aangesproken tot december 2007 toen de relatie van verweerder met klager inmiddels (ernstig) verstoord was geraakt. Het anderszins bestaan van een afspraak dat verweerder de bewuste declaraties zou indienen is evenmin komen vast te staan. De klacht is derhalve ongegrond.

5. Beslissing

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door: mr. T.J.M. Gijsberts, voorzitter, mr. H. Dulack, mr. E.J. Ferman, mr. D.J.S. Voorhoeve, mr. M.J. Westhoff, leden, met bijstand van mr. P.J. Mijnssen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 december 2009.

voorzitter        griffier

De beslissing is in afschrift op 7 december 2009 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in  het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 – 548 46 08. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 – 548 46 07