Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-11-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0144
Zaaknummer
H 2 - 2009
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Een tijdsverloop van 7 jaar tussen de door verweerder verrichte werkzaamheden en het tijstip waarop de klacht is ingediend, is geen redelijke termijn waarbinnen de klacht is ingediend.
Inhoudsindicatie
Klacht kennelijk niet-ontvankelijk, verzet ongegrond
Uitspraak
H2 – 2009
BESLISSING
van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake de klacht van
“klager”,
tegen:
“verweerder”.
Het verloop van de verzetprocedure
Bij brief van 3 februari 2009, bij de raad binnengekomen op 4 februari 2009, heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van 21 januari 2009, welke beslissing aan klager, verweerder en de deken werd toegezonden op 26 januari 2009. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld gehoord te worden ter openbare zitting van de raad van 21 september 2009, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van 6 april 2009. Daarbij werd aan hen medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 7 september 2009. De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld. Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.
Vaststelling van de feiten voor zover voor het verzet van belang.
De raad gaat uit van de feiten zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.
Inhoud van de klacht.
Verweerder heeft klager geadviseerd in een procedure een beroep te doen op verjaring, terwijl door de rechter is vastgesteld dat er geen sprake was van verjaring.
Beslissing van de voorzitter.
Verweerder heeft in de periode 1997 tot 2001 rechtsbijstand verleend aan de inmiddels gefailleerde vennootschap X, waarbij klager als direct belanghebbende was betrokken. De klacht van klager heeft betrekking op de kwaliteit van dienstverlening van verweerder in de procedure in eerste aanleg. Deze procedure is geëindigd in 2001. Klager heeft pas 7 jaar later een klacht ingediend tegen verweerder. Klager heeft op geen enkele wijze aangetoond waarom hij zijn klacht niet eerder heeft kunnen indienen. Het tijdsverloop van 7 jaar tussen de door verweerder verrichte werkzaamheden en het tijdstip waarop de klacht is ingediend, is geen redelijke termijn waarbinnen de klacht is ingediend. De voorzitter heeft de klacht op die grond kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Inhoud van het verzet.
Verweerder heeft grote fouten gemaakt en is aansprakelijk voor de schade.
Beoordeling van het verzet.
De raad is van oordeel dat de voorzitter de klacht terecht niet ontvankelijk heeft verklaard, omdat klager zijn klacht te laat heeft ingediend bij de deken van de orde van advocaten. Voorts is niet aangetoond waarom klagerzo lang gewacht heeft met het indienen van de klacht. De raad is dan ook van oordeel dat na het verstrijken van 7 jaar geen sprake meer is van een redelijke termijn waarbinnen de klacht is ingediend. Het onderzoek in verzet heeft voorts niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. Op grond daarvan is de raad van oordeel dat het verzet van klager als ongegrond moet worden afgewezen.
BESLISSING
De raad wijst het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van 21 januari 2009 als ongegrond af.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door:
mr. R.P.G. Houterman, voorzitter, mrs. Chr. M.J. Peeters, E.J.P.J.M. Kneepkens, E.P.C.M. Teeuwen, L.W.M. Caudri, leden, op 16 november 2009.
________________ _______________
mr. P. Beens. griffier mr. R.P.G. Houterman, voorzitter
Ingevolge het bepaalde in artikel 46 H lid 4 van de Advocatenwet kan tegen de beslissing van de klacht geen hoger beroep worden ingesteld.