Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-04-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0689
Zaaknummer
08-305ALK
Inhoudsindicatie
De raad van discipline verklaart het verzet van klager ongegrond.
Inhoudsindicatie
Het betreft verzetprocedure na een kennelijk ongegrond verklaring door de voorzitter. Er is een wanprestatieklacht en een klacht omdat klager meent dat zijn toevoegingsaanvraag onterecht is afgewezen en dat de declaratie te hoog is. De wanprestatieklacht wordt ongegrond verklaard, nu verweerster volgens de raad zorgvuldig heeft gehandeld richting klager en niet is gebleken dat zij de zaak van klager inhoudelijk slecht of onzorgvuldig heeft behandeld. Ook de klacht over het aanvragen van de toevoeging is ongegrond. Verzet ongegrond.
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 21 april 2009
in de zaak 08-305 ALK
_________________________
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van:
De heer
k l a g e r
tegen
Mevrouw mr.
v e r w e e r s t e r
1. Verloop van de procedure
1.1. Bij brief van 27 oktober 2008, door de raad ontvangen op 28 oktober 2008, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Alkmaar de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2. Bij beslissing van 27 november 2008 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 1 december 2008 aan klager is verzonden.
1.3. Bij brief van 9 december 2008, op 11 december 2008 door de raad ontvangen, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4. Het verzet is behandeld ter zitting van 24 februari 2009, in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5. De raad heeft kennisgenomen van:
a. de beslissing van de voorzitter, waarvan verzet, en van de stukken waarop die beslissing blijkens de tekst is gegeven (stukken genummerd 1 tot en met 5);
b. het verzetschrift van klager van 9 december 2008 met diverse bijlagen;
2. Klacht; verzet
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 advocatenwet heeft gehandeld doordat zij:
• klagers arbeidszaak bewust heeft “verknald”, in het bijzonder doordat niet zij, maar de tegenpartij het verweerschrift heeft ingestuurd;
• in de ontbindingsprocedure niet aan de orde heeft gesteld dat klager in de ziektewet zat, terwijl zij dat naar de mening van klager wel had moeten doen;
• weigert in beroep te gaan tegen de uitspraak van de kantonrechter waarbij klagers arbeidsovereenkomst is ontbonden;
• de declaratie heeft verhoogd naar EUR 3.300,- toen klager de media had benaderd met zijn klachten over verweersters advocatenkantoor.
2.2 Het verzet houdt, zakelijk weergegeven in, dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard in al haar onderdelen omdat het verhaal van klager bij de deken niet aan de voorzitter zou zijn toegestuurd maar alleen het verhaal van verweerster.
3. Feiten
Voor de beoordeling van het verzet en de daaraan ten grondslag liggende klacht kan, gelet op de stukken en op hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:
3.1 Verweerster heeft klager bijgestaan in een procedure waarin de werkgever van klager verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met klager. Verweerster heeft namens klager inhoudelijk verweer gevoerd en er heeft een zitting plaatsgevonden. Klager werd voor ontslag voorgedragen vanwege een reorganisatie. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden onder toekenning van een vergoeding op basis van het geldende sociaal plan.
3.2 Het verzoek om een toevoeging te verlenen werd door de Raad van Rechtsbijstand afgewezen. Op 5 september 2007 heeft verweerster klager een declaratie voor haar werkzaamheden gestuurd op basis van gewerkte uren. De declaratie is door klager niet betaald.
4. Beoordeling van de klacht, het verzet
4.1 Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter terecht overwogen dat de advocaat bij de behandeling van de zaak de leiding heeft en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid dient te bepalen met welke aanpak van zaken de belangen van zijn cliënt het beste gediend zijn. Voorts onderschrijft de raad de overweging van de voorzitter dat de advocaat tijdig en op zorgvuldige wijze aan de cliënt kenbaar zal moeten maken waarom hij bepaalde stappen wel of juist niet neemt. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat verweerster aan deze eisen heeft voldaan.
4.2 In het verzetschrift noch ter zitting heeft klager kunnen motiveren waarom de voorzitter op basis van de zich in het dossier bevindende stukken niet tot een kennelijk ongegrond verklaring had kunnen komen. De stelling van klager dat alleen de stellingen van verweerster bij de beoordeling zijn betrokken en zijn eigen verhaal niet, kan niet worden gevolgd. Hetzelfde geldt voor de stelling van klager dat de advocaat in bescherming is genomen om de zaak weg te poetsen. Uit de beslissing van de voorzitter blijkt dat deze zijn oordeel heeft gebaseerd op het volledige dossier, waarin zich de stukken bevinden die door klager zijn ingediend, als ook de stukken van verweerster.
4.3 Klager heeft in de verzetsprocedure geen – voor het tuchtrecht relevante - nieuwe feiten en/of omstandigheden aangevoerd.
4.4 Met de voorzitter is de raad van oordeel dat uit de stukken niet blijkt dat verweerster de zaak van klager inhoudelijk slecht of onzorgvuldig heeft behandeld. De voorzitter heeft naar het oordeel van de raad terecht en op grond van de juiste overwegingen beslist dat de klacht van klager kennelijk ongegrond is.
BESLISSING:
de raad van discipline:
verklaart het verzet van klager ongegrond.
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 21 april 2009 door mrs. H. Brouwer, voorzitter, mrs. A. Gerritsen-Bosselaar, L.D.H. Hamer, J.J. Trap, M.J.G.H. Verviers, met bijstand van mr. S. Le Noble als griffier
voorzitter griffier
Deze beslissing is in afschrift op 21 april 2009 per aangetekende brief verzonden aan:
• klager
• verweerster
• de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Alkmaar
• de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld.