Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-06-2009
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0136
Zaaknummer
09-039U
Inhoudsindicatie
Ongemotiveerd verzet. Klacht over advocaat wederpartij. Het stond verweerster vrij om het advies van een derde in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte in het geding te brengen. Verzet ongegrond.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 15 juni 2009
in de zaak 09-039 U
___________________________
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad op de klacht van:
de heer
k l a g e r
tegen:
mevrouw mr.
v e r w e e r s t e r
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 3 februari 2009, door de raad ontvangen op 5 februari 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 13 februari 2009 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 13 februari 2009 aan klager is verzonden.
1.3 Bij brief van 23 februari 2009, door de raad ontvangen op 24 februari 2009, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 20 april 2009 in aanwezigheid van klager. Verweerster is met bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter en van de stukken waarop deze blijkens de tekst daarvan is gewezen en van het verzetschrift van klager van 23 februari 2009.
2 Klacht/het verzet
2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster ten onrechte in haar conclusie van antwoord de verslagen van mr. X heeft aangehaald en overgelegd, waardoor zij de rechter heeft misleid.
2.2 Door aldus te handelen heeft verweerster, aldus klager, de norm neergelegd in artikel 46 Advocatenwet overtreden.
2.3 Het verzet houdt, zakelijk weergegeven, in dat de plaatsvervangend voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard.
3 Feiten
Voor de beoordeling van het verzet en de daaraan ten grondslag liggende klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.
3.1 Tussen klager en de woningbouwvereniging, van wie klager een woning huurt, bestond een langlopend huurgeschil betrekking hebbend op geluidsoverlast. Gedurende de procedure bij de huurcommissie is een mediationtraject op gang gekomen. Aangezien de mediation niet tot een oplossing leidde, hebben partijen aan een onafhankelijke derde, mr. X, opdracht gegeven een deskundig en juridisch oordeel te geven over de kwestie. Het mediationtraject is vervolgens op enig moment beëindigd.
3.2 In 2006 heeft klager de woningbouwvereniging gedagvaard. De kantonrechter heeft de vorderingen van klager bij vonnis van 30 augustus 2006 afgewezen. Klager heeft in mei 2008 een verzoek tot herroeping van voornoemd vonnis ingediend, omdat naar zijn oordeel sprake was van misleiding en valsheid in geschrifte gepleegd door mr. X, gevolgd door een aan de woningbouwvereniging uitgebrachte dagvaarding.
3.3 In de daarop volgende procedure treedt verweerster op als gemachtigde van de woningbouwvereniging. Verweerster heeft bij conclusie van antwoord het eindadvies van mr. X aangehaald en als productie in het geding gebracht.
4 Beoordeling van het verzet/de klacht
4.1 Nu de klacht is gericht tegen de advocaat van de wederpartij heeft te gelden de door het hof van discipline - de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht - gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De plaatsvervangend voorzitter heeft het optreden van verweerster ook aan de hand van deze maatstaf beoordeeld.
4.2 Gegeven de hiervoor genoemde maatstaf en gelet op het feit dat klager in zijn verzetschrift noch ter zitting heeft gemotiveerd waarom de plaatsvervangend voorzitter op basis van de stukken in het klachtdossier niet tot een kennelijk ongegrondverklaring van de klacht had mogen komen, is de raad met de plaatsvervangend voorzitter van oordeel dat het verweerster vrij stond om het advies van mr. X in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënte in het geding te brengen alsmede dat de klacht daarom kennelijk ongegrond is.
4.3 Gelet op het voorgaande acht de raad het verzet ongegrond.
BESLISSING:
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. L.D.H. Hamer, P.W.M. Huisman, H.B. de Regt en mr. M.J.G.H. Verviers, leden, met bijstand van mr. S.C. Zum Vörde Sive Vörding als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juni 2009.
voorzitter griffier
Deze beslissing is in afschrift op per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld.