Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-12-2008

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2008:YA0707

Zaaknummer

70/08

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij om - binnen de grenzen die de wet biedt - bij niet betaling van een vordering ten behoeve van cliënt tegen een wederpartij incassomaatregelen te nemen. Het in het vooruitzicht stellen van een faillissementsaanvraag behoort daarbij tot de mogelijkheden. Een advocaat mag daarbij afgaan op het door de cliënt geschetste feitenrelaas en hoeft deze niet op juistheid te toetsen.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de raad van discipline in de zaak nr. 70/08.

Bij brief van 10 december 2008 van de deken van de Orde van Advocaten in het  arrondissement Groningen, is op 11 december 2008 bij de raad van discipline binnengekomen een klacht van

 

[ ] B.V.

vertegenwoordigd door de heer [ ]

klager

 

tegen

 

mevrouw mr. [ ]

vertegenwoordigd door mr. [ ]

 

De voorzitter heeft kennis genomen van bovengenoemde brief en het daarbij gevoegde dossier. Daaruit blijkt het volgende.

 

Feiten

Verweerster vertegenwoordigt de belangen van F.W. terzake van een gepretendeerde loonvordering op klaagster. Bij brief van 12 september 2008 heeft verweerster klaagster om betaling verzocht c.q. tot betaling gesommeerd. Bij gebreke van betaling achtte verweerster zich vrij klaagster in rechte te betrekken en zonodig diens faillissement aan te vragen.

 

Klacht

Verweerster heeft namens haar cliënt klaagster verzocht c.q. gesommeerd tot betaling over te gaan van een gepretendeerde loonvordering. Bij gebreke van betaling werden rechtsmaatregelen in het vooruitzicht gesteld, waaronder een faillissementsaanvraag. Een concept van het faillissementsrekest was bijgesloten. Het is ontoelaatbaar dat een advocaat zich in de eerste correspondentie laat leiden door emotie, agressie, onfatsoen, onredelijkheid enzovoort, zo luidt de klacht. Verweerster handelt daarmee buiten de regels van tucht en orde van de Nederlandse Orde van Advocaten. Verweerster baseert haar dreigement tot het aanvragen van het faillissement van klaagster op geruchten als zou klaagster meerdere crediteuren onbetaald laten. In het normale handelsverkeer is het gebruikelijk dat rekeningen openstaan. Door terstond te dreigen met een faillissementsaanvraag handelt verweerster laakbaar. Klaagster begrijpt dat een advocaat een grote mate van vrijheid toekomt bij het behartigen van de belangen van zijn cliënt. Middelen dienen echter proportioneel te worden ingezet. Klaagster verwijt verweerster niet alleen misbruik te maken van de haar gegeven vrijheid “maar ook nog eens onzorgvuldigheid”. Het terstond dreigen met een faillissementsaanvraag is onbetamelijk.

 

Verweer

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

 

Verweerster heeft bij brief van 12 september 2008 klaagster verzocht c.q. gesommeerd tot betaling over te gaan van de gepretendeerde loonvordering van haar cliënt. Verweerster heeft bij gebreke van betaling rechtsmaatregelen in het vooruitzicht gesteld, die ondermeer kunnen inhouden dat het faillissement van klaagster wordt aangevraagd, nu verweerster (althans haar cliënt) ter ore was gekomen dat klaagster meerdere crediteuren onbetaald liet. Klaagster heeft zich hieraan blijkbaar gestoord. Verweerster is echter van mening dat een advocaat een grote vrijheid toekomt bij het behartigen van de hem of haar toevertrouwde belangen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een wederpartij daarover met recht klagen. Van een lichtvaardig handelen van verweerster is geen sprake, laat staan dat haar handelen over de schreef is gegaan.

 

Beoordeling

De voorzitter stelt allereerst vast dat het in casu gaat om het optreden van verweerster als raadsvrouwe van de wederpartij. Als zodanig komt verweerster een grote mate van vrijheid toe in de wijze waarop ze de belangen van haar cliënt wenst te behartigen. Deze vrijheid mag niet ten gunste van klaagster worden beknot, tenzij verweerster daarbij de belangen van klaagster nodeloos en op ontoelaatbare wijze schaadt. De voorzitter oordeelt dat daarvan geen sprake is geweest.

In het onderhavige geval is verweerster door haar cliënt ingeschakeld voor het incasseren van een gepretendeerde loonvordering op klaagster. Het stond verweerster vrij om -binnen de grenzen die de wet haar biedt - bij niet-betaling incassomaatregelen te nemen. In dit kader behoort het in het vooruitzicht stellen van een faillissementsaanvraag, zeker indien verweerster er kennis van neemt dat klaagster meerdere schulden onbetaald laat, tot de mogelijkheden. De voorzitter merkt hierbij nog op dat de advocaat mag afgaan op het door de cliënt geschetste feitenrelaas en niet zelf deze feiten op juistheid behoeft te toetsen.

Van een buitenproportioneel incassomiddel dat de belangen van klaagster nodeloos en op ontoelaatbare wijze schaadt, is, naar het oordeel van de voorzitter, dan ook geen sprake. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

 

Beslissing

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.

Aldus gegeven op 30 december 2008 door mr. P. Schulting, voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink, griffier.

 

Voorzitter                           Griffier

Van deze beslissing kunnen de klager en de deken binnen 14 dagen na verzending schriftelijk in verzet komen bij de Raad van Discipline Leeuwarden. Het verzetschrift dient te worden gericht aan de griffier van de Raad van Discipline mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink, postbus 399, 9400 AJ Assen.