Update
Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Selectie uitspraken door de NOvA
ECLI:NL:TADRARL:2024:180: in geding is de uitleg van gedragsregel 17: het redelijk honorarium. De raad beslist dat hier slechts een marginale toets past
Klacht over eigen advocaat. De raad stelt vast dat verweerder klager in meerdere zaken heeft bijgestaan, zowel op basis van gefinancierde rechtsbijstand als op betalende basis. Verweerder heeft de werkzaamheden over een lange periode ineens gedeclareerd, zonder klager voldoende te informeren over de voortgang en tijdsbesteding. De raad acht het om die reden voorstelbaar dat voor klager onduidelijk was welke werkzaamheden waarvoor waren verricht en of deze binnen of buiten het bereik van de toevoeging vielen. Ook werd klager niet tijdig geïnformeerd dat het aantal uren in de zaak ‘[X]’ het oorspronkelijk aangegeven aantal overschreed.
De raad oordeelt dat verweerder hiermee in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 17, die voorschrijft dat een advocaat zijn cliënt duidelijk en tijdig informeert over kosten en voortgang.
Ten aanzien van de hoogte van de gedeclareerde bedragen overweegt de raad dat volgens gedragsregel 17 lid 1 een redelijk honorarium in rekening moet worden gebracht. Bij de beoordeling hanteert de raad een marginale toets: er wordt alleen gekeken of er sprake is van excessief declareren. Op basis van de overgelegde stukken blijkt daarvan geen sprake. Het gehanteerde tarief en aantal gedeclareerde uren staan volgens de raad in redelijke verhouding tot de verrichte werkzaamheden. Klager heeft ook geen feiten of omstandigheden aangevoerd die op buitensporige tijdsbesteding wijzen.
ECLI:NL:TADRSGR:2024:132: onvoldoende cliëntvoorlichting en onzorgvuldige facturatie leiden tot gegrond tuchtrechtelijk verwijt
Klaagster verwijt haar advocaat (verweerster) dat zij heeft afgezien van het starten van een procedure tot voorlopige voorzieningen of een verzoek ex artikel 843a Rv, wat in echtscheidingszaken gebruikelijk is. Verweerster heeft verklaard dat deze keuze is gemaakt vanwege bedreigingen door de ex-echtgenoot van klaagster, waarbij ook verweerster zich via klaagster bedreigd voelde. Wat dit concreet voor klaagster betekende, is echter nergens schriftelijk vastgelegd.
Daarnaast heeft verweerster klaagster niet schriftelijk geïnformeerd over de risico’s en kansen van de gekozen strategie, met name ten aanzien van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, het te verrekenen vermogen en de verdeling van de eenvoudige gemeenschap. Dit was wel haar verantwoordelijkheid. Volgens gedragsregel 16 dient een advocaat zijn cliënt op de hoogte te brengen van alle belangrijke informatie, feiten en afspraken, en moet hij – ter voorkoming van misverstanden, onzekerheid of geschillen – deze schriftelijk bevestigen.
Het was dan ook aan verweerster om de gemaakte strategische keuzes te duiden en toe te lichten. Nu dat niet is gebeurd, gaat de raad ervan uit dat klaagster terecht klaagt dat zij onvoldoende op de hoogte was van de gevolgen van de gekozen aanpak. Pas na ontvangst van de beschikking van de rechtbank werd klaagster duidelijk dat daarin niets over de financiële afwikkeling van het huwelijk was opgenomen.
Verder blijkt dat klaagster geen kennis had van de zogenoemde ‘marsroute’ die de rechtbank in een beschikking over de echtelijke woning had bepaald. Ook is de raad van oordeel dat de door verweerster ingediende processtukken onder de maat waren en niet voldeden aan wat van een redelijk handelend en bekwaam advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
Ten slotte heeft verweerster onzorgvuldig en onbetamelijk gehandeld bij de financiële afwikkeling van de zaak. Zij heeft een factuur gebaseerd op een onjuiste urenspecificatie, waardoor het bedrag onterecht veel hoger uitviel. Daarnaast heeft zij, ondanks een gemaakte afspraak over verdere kosteloze bijstand, toch tot tweemaal toe een factuur aan klaagster gestuurd.
ECLI:NL:TADRSGR:2024:133: advocaat schiet tekort in huurrechtzaak: cliënt onvolledig geïnformeerd over de (on)mogelijkheden van executie van verkregen vonnis en nalaten stuiten verjaring dwangsommen
Klacht over eigen advocaat. Klaagster verwijt haar advocaat dat hij in de conclusie van antwoord heeft nagelaten het verzoek tot uitvoerbaarheid bij voorraad op te nemen. Vaststaat dat de kantonrechter het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard, en dat een dergelijk verzoek namens klaagster ook niet was gedaan.
De raad oordeelt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klaagster niet te informeren over het feit dat het verkregen vonnis bij hoger beroep van de wederpartij niet te executeren zou zijn, aangezien geen uitvoerbaarheid bij voorraad was uitgesproken. Het was de verantwoordelijkheid van verweerder om dit met klaagster te bespreken en de gevolgen daarvan mee te nemen in de te bepalen processtrategie. Daarbij had ook de mogelijke invloed op de proceshouding van de wederpartij aan de orde moeten komen. Uit een e-mail van de partner van klaagster leidt de raad af dat dit gesprek niet heeft plaatsgevonden.
Dat verweerder met klaagster zou hebben afgesproken om het vonnis pas te executeren zodra dit onherroepelijk zou zijn, maak dit niet anders. Niet duidelijk is op basis van welke informatie klaagster tot die keuze is gekomen, en een schriftelijke vastlegging van de gemaakte afspraken ontbreekt. Verweerder had klaagster – na verkrijging van het vonnis van de kantonrechter – beter en vollediger moeten informeren over de (on)mogelijkheden van de executie van het verkregen vonnis.
Daarnaast heeft verweerder nagelaten om de verjaringstermijn van de opgelegde dwangsommen te stuiten, waardoor deze zijn verjaard en klaagster schade heeft geleden. De raad is van oordeel dat verweerder zekerheidshalve de verjaring had moeten stuiten. Door dit na te laten, heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)
2. Eigen advocaat
-
Raad van Discipline 's-Gravenhage
Raadsbeslissing. Gegronde klacht over de kwaliteit en financiële afwikkeling van een echtscheidingszaak. Verweerster heeft klaagster onvoldoende (schriftelijk) meegenomen in de gekozen strategie en bijbehorende kansen en risico’s. Ook had zij de door haar gekozen strategie beter moeten motiveren en toelichten in haar processtukken aan de rechtbank. Verder heeft verweerster bij de financiële afwikkeling van de zaak onzorgvuldig en onbetamelijk gehandeld. Schending kernwaarden deskundigheid en financiële integriteit. Berisping.
2024-07-29
(Zaaknummer: 23-891/DH/DH, ECLI:NL:TADRSGR:2024:132, TR-2024-0769) -
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden
Klacht over eigen advocaat. De raad oordeelt dat verweerder in strijd met gedragsregel 17 heeft gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en omdat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, is de oplegging van een waarschuwing passend en geboden.
2024-07-29
(Zaaknummer: 24-154/AL/GLD, ECLI:NL:TADRARL:2024:180, TR-2024-0699) -
Raad van Discipline 's-Gravenhage
Raadsbeslissing. Klacht over kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een huurgeschil. Verweerder heeft nagelaten om klaagsters te wijzen op het feit dat het vonnis van de kantonrechter niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. Ook heeft hij nagelaten om (zekerheidshalve) de verjaring van al verbeurde dwangsommen te stuiten. Verweerder is tekortgeschoten in zijn bijstand aan klaagster. Waarschuwing.
2024-07-29
(Zaaknummer: 24-069/DH/DH, ECLI:NL:TADRSGR:2024:133, TR-2024-0797)