Update
Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Selectie uitspraken door de NOvA
ECLI:NL:TADRARL:2024:166: Klager is deurwaarder en neemt het de advocaat kwalijk dat deze over hem een klacht heeft ingediend, hij voelt zich hierdoor onder druk gezet. De raad oordeelt dat hier geen sprake van is, ook verwerpt de raad het verwijt dat de advocaat een persoonlijke vete met de deurwaarder uitvecht en dat hij voorts bij aanvechting van het beslag ook niet namens zijn cliënt zou hebben gehandeld
Klager is gerechtsdeurwaarder. Het verwijt dat klager verweerder in beide klachtonderdelen maakt, houdt in de kern in dat verweerder met het indienen van de klacht tegen klager bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en met het gemaakte bezwaar tegen het door klager gelegde beslag, niet namens zijn cliënt heeft gehandeld. Er is sprake van een persoonlijke actie van verweerder, waarmee verweerder hem op ontoelaatbare wijze onder druk heeft willen zetten en waarmee verweerder niet doelmatig heeft gehandeld.
De raad volgt klager niet in dit verwijt. Het stond verweerder vrij om namens zijn cliënt de klacht bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders in te dienen. Deze klacht is zakelijk in toon en inhoud en niet is gebleken dat deze klacht niet namens zijn cliënt is ingediend. Van het op ontoelaatbare wijze onder druk zetten van klager of het voeren van een ‘persoonlijke vendetta’, zoals klager heeft betoogd, is niet gebleken. Hetzelfde geldt voor de door verweerder in de richting van klager gevoerde correspondentie over de rechtmatigheid van het beslag. Het staat verweerder vrij om namens zijn cliënt bezwaar te maken tegen het door klager gelegde beslag en uit de inhoud van die correspondentie kan niet de conclusie worden getrokken dat verweerder klager onder druk heeft gezet of klager op een andere manier onheus heeft bejegend.
De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.
ECLI:NL:TAHVD:2024:190: Het hof wijst het beklag tegen de raad van de orde af vanwege zorgen over de advocaat en het gebrek aan zelfinzicht, waardoor inschrijving terecht werd geweigerd
Klager heeft op de dag van het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met mr. S. een verzoek tot inschrijving op grond van artikel 2, vijfde lid, Advocatenwet bij de (lokale) raad ingediend. De raad heeft het verzoek van klager afgewezen.
Het vertrekpunt bij de beoordeling van dit beklag is het tuchtrechtelijk verleden van klager. Eerdere tuchtzaken tegen klager gingen onder meer over onzorgvuldige belangenbehartiging, een gebrekkige kantoororganisatie en schending van de kernwaarden deskundigheid, onafhankelijkheid, integriteit en vertrouwelijkheid. Gelet op deze antecedenten kan klager het hof niet overtuigen met zijn beroep op de algemene kwaliteitswaarborgen. Deze golden destijds ook en hebben klager toen niet belet om meermaals en fors over de schreef te gaan.
De waarborgen die klager heeft opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst zijn naar het oordeel van het hof te vrijblijvend en daarmee onvoldoende. De overeenkomst is voor onbepaalde tijd aangegaan en daarmee met onmiddellijke ingang opzegbaar. Uit de overeenkomst blijkt niet hoe klager zijn praktijk gaat inrichten. Klager voert geen praktijk op het kantoor van mr. S. Dit sluit dagelijks toezicht uit. Verder willen de compagnons van mr. S. klager niet in hun kostenmaatschap. Hoewel interne evaluaties zijn afgesproken, vindt het hof deze begeleiding te vaag, vooral gezien klagers tuchtrechtelijk verleden en gebrek aan recente juridische ervaring. Klager heeft het hof niet overtuigd van zelfreflectie op het gedrag dat tot eerdere veroordelingen leidde, enkel op de gevolgen daarvan.
Het hof concludeert dat de raad het verzoek tot inschrijving op goede gronden niet in behandeling heeft genomen en aldus de inschrijving van klager op het tableau heeft geweigerd. Het hof is van oordeel dat de plannen die klager heeft gepresenteerd en de toelichting daarop de ‘gegronde vrees’ niet hebben weggenomen en verklaart het beklag ongegrond.
ECLI:NL:TAHVD:2024:197: Het hof oordeelt dat de mededeling van de deken dat een hernieuwd verzoek tot aanwijzing van een advocaat niet opnieuw wordt behandeld, geen beslissing is die op rechtsgevolg is gericht, zodat daartegen geen beklag openstaat
Verweerder wordt onder andere verweten dat het verzoek om aanwijzing niet op goede gronden is afgewezen en dat de deken klager niet voldoende heeft geïnformeerd over de aanwijzingsprocedure en over wat hij moest doen.
De deken heeft klager meegedeeld dat het herhaalde verzoek tot aanwijzing van een advocaat – onder verwijzing naar de eerdere beslissing – niet in behandeling wordt genomen. Het hof overweegt dat deze mededeling geen beslissing is die op rechtsgevolg is gericht, zodat daartegen geen beklag openstaat. Dit zou anders zijn wanneer het om een nieuw verzoek in een andere kwestie zou gaan dan waarop al is beslist, maar dit is niet gesteld of gebleken.
Het hof van discipline verklaart het beklag van klager niet-ontvankelijk.
Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)