Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2024
Uitspraken van tot

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

ECLI:NL:TADRAMS:2024:96: Klacht tegen de eigen advocaat. Klager stelt dat verweerder zich onvoldoende voor hem heeft ingezet tijdens de behandeling van zijn strafzaak en dat hij daardoor is benadeeld. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Klager verwijt zijn advocaat onder meer laksheid/gebrek aan inzet, gebrek aan inzicht, dat verweerder zich als pro-deo advocaat niet goed voor de zaak heeft ingezet en dat verweerder niet of nauwelijks heeft gereageerd op berichten van klager. 

Klager wordt niet gevolgd in zijn stelling dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld met de wijze waarop hij in telefoongesprekken, sms’jes, e-mailberichten en op Whatsappberichten van klager heeft gereageerd. Dat sommige reacties naar de mening van klager te kort zijn geweest, betekent nog niet dat die reacties in de gegeven omstandigheden onvoldoende adequaat zijn geweest. In ieder geval heeft klager tegenover de betwisting door verweerder niet aangetoond dat hij hierdoor is benadeeld.

Klager stelt dat verweerder niet adequaat heeft gehandeld tijdens een zitting, waarbij onderhandeld zou zijn over de voorwaarden voor klagers vrijlating. Verweerder betwist dit. De raad kan niet vaststellen wie gelijk heeft en merkt op dat klager tijdens de zitting niet aangaf zich benadeeld te voelen, waardoor verweerder hierop niet kon reageren.

Klager verwijt verweerder gebrek aan handelen tijdens zijn verblijf in PI Lelystad, maar klager had zelf het contact met verweerder verbroken en hem niet geïnformeerd over de omstandigheden. Verweerder was daarom niet op de hoogte van de situatie en de vrijlatingsdatum van klager. Toen verweerder werd geïnformeerd, diende hij direct – onverplicht – een opheffingsverzoek in, waarna klager werd vrijgelaten.

De raad ziet geen grond voor het oordeel dat klager is benadeeld doordat verweerder hem pas op 5 juni 2023 informeerde over de uitslag van het cassatieberoep, aangezien klager al op 10 mei 2023 door de Procureur bij de Hoge Raad op de hoogte was gesteld en geen fatale termijn heeft gemist.

De raad van discipline verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

ECLI:NL:TAHVD:2024:141: Van een advocaat die optreedt in een personen- en familiezaak mag – hoewel de wederpartij wellicht tegenwerkt – een de-escalerende houding worden verwacht en professionele terughoudendheid. Het o.a. sturen van een rauwelijks faillissementsverzoek voldoet hier niet aan
Klager heeft klachten ingediend tegen de advocaat van zijn ex-partner in een complexe echtscheiding. De klachten zien onder meer op het onjuist informeren van de rechter en de deken, het onnodig leggen van beslag en het rauwelijks aanvragen van het persoonlijk faillissement.

Verweerder heeft opgetreden als advocaat van de vrouw in een complexe familierechtzaak, waarbij minderjarige kinderen waren betrokken en waarbij de vrouw een niet meewerkende ex-echtgenoot ervaarde. Ofschoon verweerder de belangen van de vrouw behartigde, moest van hem ook een de-escalerende houding worden verwacht. Daarin is hij tekortgeschoten door, ondanks het vonnis van de voorzieningenrechter, beslag te leggen op grond van een achterhaald verlof en klager rauwelijks een faillissementsverzoek aan te zeggen. Dat was onnodig polariserend.

Naar het oordeel van het hof is hier geen sprake van een situatie die in beginsel elke advocaat had kunnen overkomen, waarbij met een enkele zakelijke terechtwijzing kan worden volstaan. Het hof meent dat sprake is van een overschrijding van de betamelijkheidsnorm met een laakbaar karakter. Het hof acht de maatregel van berisping dan ook passend en geboden.

ECLI:NL:TAHVD:2024:146: Voornemen tot opleggen van een dwangsom door de deken om zo de gevraagde informatie te krijgen, klager wacht tot de laatste dag. Hof acht dit – naast een aantal andere verwijten – ontoelaatbaar en legt een zware sanctie op
De deken verwijt verweerder dat hij in een bepaalde zaak in strijd met de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid heeft gehandeld en dat hij ondanks herhaalde verzoeken van de deken heeft geweigerd voor nader onderzoek opgevraagde dossiers te verstrekken.

Verweerder heeft in een zaak op onhaalbare gronden een vordering ingesteld, wat leidde tot onnodig hoge kosten voor zijn cliënt. Verweerder heeft nagelaten zijn cliënt adequaat te waarschuwen voor de risico’s van een hoge proceskostenveroordeling.

Verweerder heeft de kernwaarde integriteit ernstig geschonden door respectloze, intimiderende en agressieve reacties op gerechtvaardigde verzoeken van de deken tot het verstrekken van dossiers. Hij trok herhaaldelijk de onafhankelijkheid van de deken in twijfel, stelde haar aansprakelijk en kondigde juridische stappen aan. Verweerder verscheen niet op een gesprek met de deken en uitte tijdens de zitting ongefundeerde beschuldigingen tegen haar. Het hof acht dit gedrag ongepast en onfatsoenlijk.

Verweerder heeft weinig inzicht getoond in de ernst van zijn handelen en nauwelijks blijk gegeven van zelfreflectie. De door hem genoemde maatregelen om herhaling te voorkomen, acht het hof onvoldoende.

Het hof is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een schorsing voor de duur van vier weken, waarvan twee voorwaardelijk, zoals opgelegd door de raad. Het hof stelt voorop dat beide onderdelen van het dekenbezwaar gegrond zijn en dat in beide onderdelen kernwaarden (onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit) in het geding zijn. Het hof ziet in het voorgaande aanleiding aan verweerder een fors hogere maatregel op te leggen dan de raad heeft opgelegd. Het hof zal aan verweerder de maatregel van schorsing voor de duur van twaalf weken opleggen.

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)

1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt

2. Eigen advocaat

3. Advocaat wederpartij