Naar boven ↑

Update

Nummer 19, 2024
Uitspraken van tot

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA 

ECLI:NL:TADRAMS:2024:81: Advocaat verzaakt voorlichtingsplicht, schiet tekort in financiële administratie en handelt in strijd met kernwaarde (financiële) integriteit. Onjuiste verrekening toevoegingsgelden. Maatregel: berisping
In deze zaak wordt verweerster onder andere verweten dat zij haar voorlichtingsplicht jegens klaagster heeft verzaakt. Daarnaast heeft zij nagelaten periodiek urenspecificaties en kostenoverzichten te verstrekken. Verweerster heeft haar factuur bijna twee jaar na het versturen van haar urenspecificatie onaangekondigd aan klaagster toegezonden, terwijl klaagster over de hoogte van de urenspecificatie bij het kantoor van verweerster een klacht had ingediend waarover zij (nog) niets had vernomen. Bovendien heeft verweerster, zonder klaagster hierin te kennen, de toevoegingsgelden verrekend met uren aan werkzaamheden die zij niet bij klaagster in rekening had gebracht.

De raad van discipline oordeelt dat verweerster haar voorlichtingsplicht heeft verzaakt door na te laten de vragen van klaagster adequaat te beantwoorden. Ondanks toezeggingen is niet gebleken dat verweerster de vragen heeft beantwoord, noch telefonisch noch schriftelijk. De raad acht het onvoldoende bewezen dat verweerster klaagster heeft voorgelicht over de verdere aanpak van de zaak, zelfs na de beschikking van de rechtbank. Hiermee heeft verweerster niet gehandeld conform de verwachtingen die men mag hebben van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat onder de gegeven omstandigheden.

De raad van discipline oordeelt verder dat verweerster tekort is geschoten in haar financiële verplichtingen jegens klaagster. Verweerster heeft nagelaten periodiek urenspecificaties te verstrekken, hetgeen in strijd is met de gedragsregels en haar eigen opdrachtbevestiging. Dit heeft klaagster de mogelijkheid ontnomen zich een realistisch beeld te vormen van de oplopende kosten. Voorts acht de raad het onbetamelijk dat verweerster pas twee jaar na de laatste werkzaamheden, zonder voorafgaande aankondiging, een aanzienlijke eindfactuur heeft toegezonden, terwijl er nog een klacht liep tegen de eerder verstrekte urenspecificatie waarover klaagster nog niets had vernomen. Bovendien heeft verweerster toevoegingsgelden niet correct verrekend. De raad concludeert dat verweerster in deze financiële aangelegenheden niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht en verklaart beide klachtonderdelen gegrond.

Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:TADRARL:2024:118: Advocaat schendt geheimhoudingsplicht uit mediationovereenkomst. Maatregel: waarschuwing
In deze zaak wordt verweerder onder andere verweten de geheimhoudingsplicht uit een mediationovereenkomst te hebben geschonden. Verweerder heeft een geluidsfragment met transcript van een gesprek tussen zijn cliënte en een bedrijfsarts in het geding gebracht, waarin zijn cliënte verwees naar door klager (de mediator) tijdens de mediation beweerdelijk gedane uitlatingen.

Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de overeengekomen geheimhouding geschonden. Het had naar het oordeel van de raad op de weg van verweerder gelegen om de afgesproken geheimhouding binnen de mediation te respecteren. De geheimhoudingsverplichting zou ook op onaanvaardbare wijze aan waarde inboeten, als het de advocaat steeds vrij zou staan om, naar eigen goeddunken op grond van een eigen opvatting omtrent hetgeen het belang van zijn cliënt meebrengt en zonder toestemming van betrokkenen, te bepalen dat hij gebruik zal gaan maken van informatie waarop geheimhouding rust.

In dit geval is naar het oordeel van de raad niet van bijzondere omstandigheden gebleken die doorbreking van de geheimhouding door verweerder rechtvaardigen. Verweerder heeft tijdens de zitting nog verklaard dat het door hem overgelegde transcript achteraf bezien niet eens nodig was, omdat de rechter dat verder niet aan de beslissing ten grondslag heeft gelegd. Dat is kennis achteraf en wordt door de raad niet meegenomen.

De raad van discipline oordeelt dat verweerder de overeengekomen geheimhouding heeft geschonden. Van bijzondere omstandigheden die doorbreking van de geheimhouding door verweerder zouden rechtvaardigen, is de raad niet gebleken. De raad legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op.

ECLI:NL:TADRARL:2024:120: Dekenbezwaar. Advocaat schendt diverse regels (geheimhouding uit mediation, onvoldoende opleidingspunten, geen aanlevering kengetallen, schending archiveringsplicht, rechtstreeks contact opnemen met wederpartij terwijl deze een advocaat heeft, zich aan toezicht onttrekken en weinig gevoel voor verhoudingen) en belemmert toezicht door deken. Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor 12 weken
In deze zaak wordt verweerder een reeks van overtredingen verweten, waaronder: (a) geen aanlevering van kengetallen; (b) onvoldoende opleidingspunten; (c) uitblijven registratie rechtsgebiedenregister; (d) zich aan toezicht onttrekken en weinig gevoel voor verhoudingen tonen; (e) schending van de archiveringsplicht; (f) rechtstreeks benaderen wederpartijen met advocaat; en (g) schending van geheimhouding uit mediation.

a. Geen aanlevering kengetallen. Verweerder heeft de gevraagde gegevens te laat aan de deken verstrekt en de jaarstukken niet tijdig laten vaststellen. Nu de raad niet is gebleken dat voor verweerder andere (uitzondering)regels golden, heeft verweerder hierin tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. 

b. Onvoldoende opleidingspunten. In 2020 behaalde verweerder geen relevante opleidingspunten. In 2021 behaalde hij acht juridische PO-punten, maar niet in zijn rechtsgebied, en slechts vier uur intervisie in plaats van de vereiste minimaal 8 uren. In 2022 volgde hij ook maar vier uur intervisie. Verweerder voldeed dus niet aan zijn opleidingsverplichting. Daarnaast stelt de raad vast dat verweerder in zijn CCV-opgave ook andere punten heeft opgegeven, aantallen heeft gegokt, dan bij controle door de deken aan de hand van de van verweerder ontvangen bewijsstukken is gebleken. Hierdoor heeft hij de deken gefrustreerd in de toezichthoudende taak. Dat verweerder dat niet bewust heeft gedaan, doet daar niet aan af. 

c. Uitblijven registratie rechtsgebiedenregister. Vast staat dat verweerder zich voor het eerst op 8 juni 2022 op het tableau heeft geregistreerd voor minimaal één rechtsgebied, wat aanzienlijk later was dan vereist. 

d. Medewerking aan onderzoek door deken en professionele distantie. Verweerder voldeed herhaaldelijk niet tijdig aan informatieverzoeken van de deken in het kader van diens toezichthoudende taak. Hij toonde wantrouwen tegen het toezicht, weigerde medewerking en beëindigde voortijdig de samenwerking met een aangestelde coach. Door zijn gedrag heeft verweerder gedragsregel 37 geschonden, de deken belemmerd in diens taak en onvoldoende professionele distantie betracht. Uit de stukken is de raad gebleken dat verweerder telkens opnieuw zich niet aan de met de deken gemaakte afspraken of aan zijn toezeggingen gehouden. Verder is de raad gebleken dat de bij verweerder opgevraagde dossiers ook niet voldeden aan de opgelegde eisen. Pas onder druk, na de vooraankondiging van een last onder dwangsom, heeft verweerder de volledige mediationdossiers aan de deken verstrekt. Het verweer dat hij die dossiers eerder niet kon verstrekken gelet op zijn geheimhouding, faalt. Verweerder had moeten weten dat de deken op grond van artikel 45a, tweede lid, van de Advocatenwet een afgeleide geheimhoudingsplicht heeft en verweerder aldus ook die opgevraagde dossiers meteen en volledig had moeten verstrekken. 

e. Schending van de archiveringsplicht. Verweerder heeft erkend dat hij twee door de deken opgevraagde dossiers niet of niet volledig kon aanleveren, omdat hij die niet (meer) in zijn bezit had. Daaruit volgt naar het oordeel van de raad dat verweerder zijn administratie niet op ordentelijke wijze heeft uitgevoerd en tuchtrechtelijk verwijtbaar daarin heeft gehandeld. 

f. Rechtstreeks benaderen wederpartijen met advocaat. Verweerder zocht in meerdere kwesties rechtstreeks contact met de wederpartij zonder toestemming van diens advocaat. 

g. Schending geheimhoudingsplicht in het kader van mediation. Verweerder heeft door tijdens de zitting bij het gerechtshof informatie te delen over hetgeen in het kader van de mediation tussen partijen was besproken, de geheimhoudingsverplichting geschonden. 

De raad van discipline oordeelt dat verweerder meermaals technische overtredingen heeft begaan van voor hem als advocaat geldende (wettelijke) regels.  

Gelet op de ernst en herhaling van de verwijten legt de raad aan verweerder een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening op voor de duur van 12 weken met een proeftijd van 2 jaar.

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)

2. Eigen advocaat