Update
Hierbij ontvangt u de Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates, waarin drie uitspraken zijn opgenomen.
Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Selectie uitspraken door de NOvA
ECLI:NL:TAHVD:2023:42: Advisering en informatieverstrekking ondermaats (berisping)
Dekenbezwaar over zelfde zaak als ECLI:NL:TAHVD:2023:43 (ook behandeld in deze nieuwsbrief). Advocaat krijgt nog een berisping opgelegd. In de onderhavige zaak is dat omdat haar advisering en de door haar gegeven informatie – als die al schriftelijk is vastgelegd – ondermaats is geweest. Volgens gedragsregel 16 brengen advocaten hun cliënt op de hoogte van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Advocaat heeft cliënte niet geïnformeerd over haar inschatting van proceskansen, -risico’s en kosten of verstrekte die informatie niet tijdig (namelijk niet voorafgaand aan de verschillende proceshandelingen). Verder heeft advocaat de zaak van cliënte niet doelmatig behandeld. Zij bleef aandringen op het innen van partneralimentatie (zie de andere zaak) met een nodeloos executiegeschil tot gevolg. Zij heeft onnodig een kort geding over cliënte afgeroepen door een onredelijk hoog beslag te handhaven. Zij heeft cliënte onnodig een rechercheur aan het werk laten zetten. In elk geval heeft zij verzuimd de onderzoeksopdracht af te bakenen, wat van haar als dominus litis wel had mogen worden verwacht.
ECLI:NL:TADRAMS:2023:32: Geen gehoor geven gedurende ruim een jaar
Klacht over eigen advocaat. Advocaat reageert ruim een jaar niet op e-mails en terugbelverzoeken van cliënte of haar rechtsbijstandsverzekeraar. Daarmee heeft advocaat niet de zorgvuldigheid betracht die van hem mocht worden verwacht. Voorwaardelijke schorsing van twee weken. De raad legt uit aan welke criteria de raad toetst. Uitgangspunt is dat de tuchtrechter mede tot taak heeft de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen als daarover wordt geklaagd. Daarbij houdt de tuchtrechter rekening met de vrijheid die de advocaat heeft bij de wijze waarop de advocaat een zaak behandelt en met de keuzes waarvoor de advocaat bij de behandeling van de zaak kan komen te staan. De vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat het werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Verder geldt dat een advocaat gehouden is de aan hem toevertrouwde belangen met de nodige voortvarendheid te behartigen en dat van een advocaat verwacht mag worden dat hij zijn cliënt op de hoogte houdt van zijn werkzaamheden ten behoeve van die cliënt en dat hij binnen een redelijke tijdspanne reageert op berichten van zijn cliënt.
ECLI:NL:TAHVD:2023:43: ‘Absoluut ontoelaatbaar’ (berisping)
Klacht over eigen advocaat. Hof bestempelt (aanvullende) voorwaarde die advocaat heeft gesteld voor het aannemen van de zaak als ‘absoluut ontoelaatbaar’. De voorwaarde hield in dat cliënte direct achterstallige partneralimentatie zou laten innen en dat advocaat de toevoegingsaanvraag van cliënte zou intrekken, zodra cliënte de achterstallige partneralimentatie zou hebben ontvangen. Advocaat zou haar rechtsbijstand alleen voortzetten, als cliënte akkoord zou gaan met deze voorwaarde. Door de toevoegingsaanvraag in te trekken op basis van de feitelijke inning van de partneralimentatie heeft advocaat het risico gecreëerd dat haar cliënte na afronding van de procedures een groot bedrag aan partneralimentatie zou moeten terugbetalen aan haar ex-man omdat zij daarop met terugwerkende kracht geen recht had, terwijl cliënte over de geïnde partneralimentatie (deels) niet meer beschikte omdat zij van dat geld de declaraties van de advocaat moest voldoen. Bovendien heeft de advocaat aanvankelijk de suggestie laten bestaan dat rechtsbijstand op basis van toevoeging tot de mogelijkheden behoorde, terwijl zij haar financiële afspraken zo inrichtte dat cliënte feitelijk geen aanspraak kon maken op de toevoeging – ook als cliënte daarop in potentie wel recht zou hebben gehad (schending kernwaarde financiële integriteit). Hierdoor heeft advocaat haar eigen belang om haar uren op basis van het uurtarief te kunnen declareren laten prevaleren boven de rechten van haar cliënte (schending kernwaarde partijdigheid).
Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)