Naar boven ↑

Update

Nummer 10, 2023
Uitspraken van tot

Hierbij ontvangt u de Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates, waarin vier uitspraken zijn opgenomen.

Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.

Selectie uitspraken door de NOvA

ECLI:NL:TAHVD:2023:72: Dekenbezwaar niet-ontvankelijk door verjaring
Voor een dekenbezwaar geldt dezelfde verjaringstermijn als voor de andere klagers en hun klachten geldt. De verjaringstermijn van drie jaar is een vervaltermijn, die ambtshalve door de tuchtrechter wordt toegepast (HvD 15 maart 2019, ECLI:NL:TAHVD:2019:23). Daarmee valt niet te verenigen dat in onderling overleg zou kunnen worden afgesproken dat de termijn op een later moment gaat lopen dan uit de wet volgt. Alleen onder (zeer) bijzondere omstandigheden kan een overschrijding van deze termijn verschoonbaar zijn. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad (ECLI:NL:TADRAMS:2022:33).
Op grond van artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet wordt een klacht niet-ontvankelijk verklaard, als de klacht wordt ingediend na afloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft. Lid 2 van dit artikel bevat een uitzondering voor het geval de gevolgen van het handelen of nalaten van de advocaat pas later bekend zijn geworden.

ECLI:NL:TADRSGR:2023:76: Opeenstapeling van (communicatieve) fouten en nalatigheden (voorwaardelijke schorsing van 13 weken) met dringend coaching advies
Een advocaat dient te handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Dat is de professionele standaard. Verweerster is een periode onbereikbaar geweest voor klager, waarna vervolgens in grote haast een beroepschrift moest worden opgesteld. Niet gebleken is dat verweerster een voor klager belangrijk verweer daarbij heeft meegenomen of in ieder geval met klager heeft besproken. Vervolgens heeft verweerster klager pas vier dagen van tevoren op de hoogte gesteld van een aanstaande zitting, waarna klager een herstelbeschikking en de stukken voor die zitting pas een dag van tevoren ontving. Overleg ter voorbereiding van de zitting bleek op geen enkele manier mogelijk, waarna klager uiteindelijk de ochtend van de zitting de samenwerking met verweerster heeft opgezegd. Ook bij de overdracht van het dossier is verweerster onvoldoende voortvarend geweest. Verweerster is in velerlei opzichten ernstig tekortgeschoten jegens klager. Haar gedrag voldeed niet aan de professionele standaard. Het baart de raad zorgen dat verweerster de ernst van dit alles nauwelijks lijkt in te zien en zaken afschuift op onder meer de kantoororganisatie. Verweerster is echter (eind)verantwoordelijk. De raad maakt zich zorgen over de manier van praktijkvoeren door verweerster en geeft haar ernstig in overweging een coachingstraject te starten.

ECLI:NL:TAHVD:2023:71: Potentieel tegenstrijdig belang van aanvang af aanwezig maar niet (voldoende) onderkend
Verweerder heeft in kort geding opgetreden voor een vof (klaagster 2) en de vennoot van de vof in een geschil met een medevennoot (klaagster 1), terwijl de belangen tussen de partijen in potentie tegenstrijdig konden worden. Volgens het hof gaat het er niet om dat op het moment dat verweerder in de kortgedingprocedure optrad al concreet sprake was van een tegenstrijdig belang tussen zijn cliënten, maar dat er mogelijk sprake zou kunnen zijn van een tegenstrijdig belang. Verweerder heeft door zowel de vof als een van haar vennoten bij te staan niet gehandeld overeenkomstig gedragsregel 15, leden 1 en 2. Op grond van die gedragsregel dient een advocaat ernaar te streven te voorkomen dat er een tegenstrijdig belang kan ontstaan. Ook dient een advocaat, als een daarop uitlopende ontwikkeling aannemelijk is, zoals in dit geval, alert te zijn op die ontwikkeling en zich geheel, en uit eigen beweging, uit de zaak terug te trekken.
Uit de kortgedingdagvaarding volgde dat cliënten van verweerder (dus de vof en een van de twee vennoten) gezamenlijk betaling van een bedrag van ca. 2,9 miljoen euro vorderden van (onder andere) de medevennoot. Gelet op de formulering van het petitum kon bevrijdend worden betaald aan zowel de vof als aan de vennoot. Daarmee lag een tegenstrijdig belang tussen de cliënten op de loer; wie van hen had immers uiteindelijk recht op (welke deel van) dat geld bij betaling aan de een of de ander?

ECLI:NL:TAHVD:2023:68: Overnameperikelen
Klacht van een advocaat tegen opvolgend advocaat (hoger beroep van ECLI:NL:TADRARL:2022:346). Verweerster heeft zonder overleg met klager een zaak van deze advocaat overgenomen. Zij heeft daarmee in strijd met gedragsregel 28 gehandeld. Ook heeft verweerster meermalen op klachtwaardige wijze gedreigd om een klacht tegen klager in te dienen, zonder eerst met klager in gesprek te gaan. Gezien het uitgangspunt van onderlinge welwillendheid en vertrouwen had dit wel op haar weg gelegen. De raad acht het gedrag van verweerster verwijtbaar. Het hof ziet geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen en bekrachtigt de beslissing van de raad (waarschuwing).
Volgens het hof valt niet in te zien dat verweerster niet in goed, welwillend overleg kon treden met klager over de overdracht van de zaak in plaats van die direct met harde hand te ontdoen van klagers rechtsbijstand. Het van meet af aan bekritiseren van de werkzaamheden van klager is niet aan te merken als goed overleg in de zin van gedragsregel 28.

Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)

1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt

2. Eigen advocaat

4. Advocaten onderling