Rechtspraak
Klager verwijt de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure in strijd te hebben gehandeld met gedragsregels 20 en 21 doordat hij niet tegelijkertijd met het indienen van het verweerschrift bij de rechtbank een afschrift daarvan aan klager heeft verzonden. De raad van discipline heeft de klacht ongegrond verklaard en overwogen dat gedragsregel 21 niet van toepassing is, omdat klager niet werd bijgestaan door een advocaat. Ook is geen sprake van schending van gedragsregel 20 of het fair play beginsel. Verweerder heeft zijn verweerschrift binnen twee weken na aanvang van de procedure ingediend en had er bij het indienen van zijn verweerschrift geen rekening mee hoeven te houden dat de griffie van de rechtbank het verweerschrift pas anderhalve maand later zou doorsturen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad en overweegt hiertoe dat in het bestuursrecht op grond van artikel 8:39 van de Algemene wet bestuursrecht de bestuursrechter de regie over de wisseling van de stukken tussen partijen heeft en niet de advocaat.