Rechtspraak
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster enkele dagen voor kerst heeft doen dagvaarden, zonder gelijktijdig haar advocaat te informeren. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de wederpartij van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen daarvan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Verweerster heeft dit nagelaten. Door na te laten gelijktijdig een afschrift van de dagvaarding aan klaagster te sturen, heeft verweerster naar het oordeel van de raad gehandeld in strijd met gedragsregel 25 lid 2. In zoverre is de klacht gegrond. De raad is, anders dan klaagster, van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de dagvaarding op 21 december 2023, dus enkele dagen voor kerst, aan klaagster is betekend. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat klaagsters belangen daardoor nodeloos zijn geschaad. In zoverre is de klacht ongegrond.
De raad ziet in de aard en ernst van het gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijt en in de omstandigheden dat verweerster ter zitting van de raad heeft aangegeven dat zij in retrospectief er beter aan had gedaan om klaagsters advocaat gelijktijdig te informeren en dat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk werd veroordeeld, aanleiding om af te zien van oplegging van een maatregel.