Rechtspraak
Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn herzieningsverzoek. Op grond van artikel 2.3 van het herzieningsprotocol moet een herzieningsverzoek binnen een redelijke termijn worden ingediend. Op grond van artikel 1.2a van het herzieningsprotocol (vóór de uitspraak niet bekende feiten die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat het hof tot een andere beslissing zou zijn gekomen) moet het herzieningsverzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de verzoeker bekend is geworden met die feiten of omstandigheden. Op grond van artikel 1.2b van het herzieningsprotocol (schending fundamenteel rechtsbeginsel) moet het verzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de griffie een afschrift van de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd aan de verzoeker heeft gezonden. Zowel in het geval de toelichting op het herzieningsverzoek van verzoeker moet worden begrepen als een beroep op schending van een fundamenteel rechtsbeginsel, als in het geval verzoeker zich heeft beroepen op nieuwe feiten en omstandigheden, is de desbetreffende termijn (uit artikel 1.2a en 1.2b) reeds verstreken.