Rechtspraak
Raadbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klager heeft zich op 27 september 2022, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Dat klager niet eerder heeft kunnen klagen is niet gebleken. Klager heeft zich immers (onder meer) bij brief van 27 december 2017 bij verweersters kantoor beklaagd, zodat vast staat dat klager in ieder geval reeds op die datum bekend was met hetgeen waarover hij in de onderhavige klachtzaak klaagt. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is kortom geen sprake. De raad verklaart de klacht op grond van het voorgaande niet-ontvankelijk.