Rechtspraak
Aan deze klacht gaat een hoog oplopende burenruzie vooraf, tussen twee broers, enerzijds en hun buren anderzijds. Tussen deze partijen zijn diverse procedures gevoerd. In een van de procedures hebben partijen op enig moment mediation geprobeerd. Tussen de broers en de buren is voor de mediation geheimhouding overeengekomen. De broers verwijten verweerder, advocaat van hun buren, dat hij de geheimhouding heeft geschonden door informatie uit de mediation te openbaren in een rechterlijke procedure. Het hof is met de raad van oordeel dat de prijsgegeven informatie ging over een door een van de broers jegens zijn buren geuite dreiging met een strafbaar feit en dat deze informatie daarom een uitzondering betrof op de overeengekomen geheimhouding. Het gebruik van de informatie diende bovendien een redelijk doel. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de klacht ongegrond is.