Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De voorzitter oordeelt dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is, voor zover deze betrekking heeft op de inhoud en totstandkoming van de beschikking van 22 februari 2023, omdat verweerder daarbij niet betrokken is geweest. Voorts is de klacht, voor zover deze betrekking heeft op de beroepsprocedure, kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerder ook daarbij niet betrokken is geweest.  De voorzitter is verder van oordeel dat verweerder noch van de inhoud van de beslissing op bezwaar, noch van de wijze waarop deze beslissing tot stand is gekomen, noch van de e-mail van 26 april 2024 een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De beslissing en de e-mail zijn gesteld in zakelijke bewoordingen en professioneel van toon. De door verweerder gebezigde kwalificaties zijn niet onnodig grievend. Niet is gebleken dat verweerder feiten heeft gepresenteerd waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Kennelijk ongegrond.