Rechtspraak
Verweerder heeft niet op eerste verzoek van klaagster het volledige dossier aan haar, dan wel aan haar nieuwe belangenbehartiger, afgegeven. Dat klaagster volgens verweerder zelf al over het dossier beschikte, doet aan die verplichting tot afgifte niet af. De raad volgt verweerder verder niet in zijn standpunt dat de opvolgend belangenbehartiger impliciet heeft ingestemd met het voorstel van verweerder om af te wachten of Nationale Nederland tot betaling van zijn kosten zou overgaan om pas daarna de overdracht van het dossier te bespreken. Van verweerder had, overeenkomstig de strekking van gedragsregel 28 tussen advocaten onderling, ook in dit geval verwacht mogen worden dat hij actief contact met die gemachtigde had gezocht voor nader overleg over de financiƫle afwikkeling en het moment van afgifte van het dossier. Dat heeft verweerder naar zijn zeggen niet gedaan maar het dossier zes maanden na het eerste verzoek aan de gemachtigde van klaagster gestuurd. Daarmee heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar richting klaagster gehandeld. Waarschuwing.