Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht over eigen advocaat. Klagers zijn als groep één van de deelnemers geweest aan het gebiedsontwikkelingsproject  “Oosterwold” van de gemeente Almere. De gemeente heeft op 4 januari 2019 de grondprijs van het project verhoogd. De gemeente heeft daarbij voor deelnemers die al vóór 4 januari 2019 met de gemeente een intentieovereenkomst hadden getekend een coulanceregeling gehanteerd op basis waarvan die deelnemers aanspraak konden maken op de oude grondprijs. Klagers stellen dat zij door vertraging van de kant van de gemeente pas ná januari 2019 hun intentieovereenkomst hebben kunnen tekenen waardoor zij geen aanspraak konden maken op de lagere grondprijs. Volgens klagers is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klagers en in zijn advisering. Klagers verwijten verweerder – voor zover in hoger beroep bij het hof nog van belang - dat hij klagers niet heeft afgeraden om op 30 januari 2020 de koopovereenkomst met de gemeente met daarin de hogere grondprijs – zonder enig voorbehoud – te ondertekenen en hen te adviseren een kort gedingprocedure tegen de gemeente te voeren terwijl dit kansloos was. Daarnaast verwijten klagers verweerder dat hij meerwerk heeft gefactureerd terwijl er een fixed-fee was afgesproken en dat hij in zijn communicatie hierover een indringende toonzetting heeft gebezigd. Het hof is anders dan de raad van oordeel dat verweerder niet is tekortgeschoten in zijn advisering. Het oordeel van de raad dat verweerder wel financieel onzorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig hierover heeft gecommuniceerd blijft wel in stand. Gelet op de bijzondere omstandigheden in dit geval, ziet het hof aanleiding om te volstaan met de maatregel van waarschuwing.