Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klager heeft zich op 12 juni 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over de kwaliteit van verweerders dienstverlening tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 12 juni 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. De voorzitter zal de klacht op grond van het voorgaande met toepassing van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk verklaren.