Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht eigen advocaat.

In zijn beroepschrift heeft klager een aantal nieuwe klachten geformuleerd. Zo verwijt klager dat verweerster contact heeft gezocht met de mediator en een notaris en daarbij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. De beoordeling in hoger beroep is beperkt tot de klachtomschrijving voor zover die aan de raad is voorgelegd in eerste aanleg, en partijen beroep instellen tegen het oordeel van de raad daarover. Nieuwe verwijten en klachten over verweerster moeten eerst worden ingediend bij de deken (artikel 46c lid 1 Advocatenwet), zodat de deken daarnaar onderzoek kan doen voordat die klacht aan de tuchtrechter wordt voorgelegd. In dit geval betekent dit dat het hof de nieuwe verwijten van klager buiten beschouwing laat. In zoverre is het beroep van klager niet-ontvankelijk.

Klager is voorts in beroep gekomen tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen b), c) en het gegrond verklaarde klachtonderdeel a).

In het door klager ingestelde beroep kan hij niet worden ontvangen voor zover het beroep zich richt tegen de beslissing van de raad met betrekking tot klachtonderdeel a). Op grond van artikel 56 lid 1 onder a Advocatenwet staat tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen aan klager geen beroep open. Klager zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn hoger beroep voor zover het klachtonderdeel a) betreft.

Klacht van klager niet-ontvankelijk, voor zover hij nieuwe klachtonderdelen in hoger beroep heeft geformuleerd en beroep van klager betreffende klachtonderdeel a) niet ontvankelijk. Bekrachtiging van de beslissing van 5 juni 2023 van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden, voor zover onderworpen aan het oordeel van het hof.