Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar. Bekrachtiging van schrapping, nadat verweerder in 2021 voor onbepaalde tijd geschorst was. De raad was eerder van oordeel dat verweerder structureel en langdurig in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en deskundigheid heeft gehandeld. Uit zijn handelen bleek, aldus de raad dat hij geen vertrouwen in de rechtspraak, in individuele rechters en (de vertegenwoordigers van) de orde van advocaten had. Hoewel verweerder in hoger beroep stelt dat hij respect heeft voor de rechterlijke macht, de dekens en andere advocaten, blijkt het tegenovergestelde uit zijn handelen. Het beroep op schending artikel 6 EVRM slaagt niet. Met nieuwe, niet onderbouwde beschuldigingen die verband houden met [land] en mensen uit [land], ontkracht verweerder niet de overweging van de raad dat zaken die verweerder behandelt met zijn verleden in verband worden gebracht, terwijl in redelijkheid niet te verdedigen is dat daarmee ook werkelijk een verband bestaat. Veeleer lijkt zijn betoog die overweging te bevestigen. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.